Statenvertaling.nl

sample header image

1 Samuël 11 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

1 Samuël 11

1 DOe tooch Nahas de Ammoniter op, ende belegerde Iabes in Gilead: Ende alle de mannen van Iabes seyden tot Nahas, Maeckt een verbont met ons, so sullen wy u dienen.
2 Doch Nahas de Ammoniter seyde tot hen, Mits desen sal ick [een verbont] met ulieden maken, dat ick u allen de rechter ooge uytsteke: ende dat ick dese schande op gantsch Israël legge.
3 Doe seyden tot hem de Outste van Iabes, Laet seven dagen van ons af, dat wy boden senden in alle de lantpalen van Israël: isser dan niemant die ons verlost, so sullen wy tot u uytgaen.
4 Als de boden te Gibea Sauls quamen, so spraken sy dese woorden voor de ooren des volcks: doe hief al dat volck sijn stemme op, ende weende.
5 Ende siet, Saul quam achter de runderen uyt het velt, ende Saul seyde, Wat is den volcke, dat sy weenen? doe vertelden sy hem de woorden der mannen van Iabes.
6 Doe wert de Geest Godes veerdich over Saul, als hy dese woorden hoorde: ende sijn toorn ontstack seer.
7 Ende hy nam een paer runderen, ende hieuwse in stucken, ende hy sondtse in alle lant-palen Israëls door de hant der boden, seggende, Die niet selfs uyt en treckt achter Saul, ende achter Samuel, alsoo salmen sijne runderen doen: doe viel de vreese des HEEREN op het volck, ende sy gingen uyt als een eenich man.
8 Ende hy teldese te Bezek: ende der kinderen Israëls waren drye hondert duysent, ende der mannen Iuda dertich duysent.
9 Doe seyden sy tot de boden, die gekomen waren, Aldus sult ghylieden den mannen te Iabes in Gilead seggen, Morgen sal u verlossinge geschieden, als de Sonne heet worden sal: Als de boden quamen, ende verkondichden [dat] den mannen te Iabes, so werden sy verblijdt.
10 Ende de mannen van Iabes seyden, Morgen sullen wy tot ulieden uytgaen: ende ghy sult ons doen nae alles dat goet is in uwe oogen.
11 ’T geschiedde nu ’s anderen daegs, dat Saul ’t volck stelde in drye hoopen, ende sy quamen in het midden des legers in de morgen-wake, ende sy sloegen Ammon, tot dat de dach heet wert: ende ’t geschiedde dat de overige alsoo verstroeyt werden, datter onder haer geen twee t’samen en bleven.
12 Doe seyde ’t volck tot Samuel, Wie is hy die seyde, Soude Saul over ons regeren? geeft hier die mannen, dat wyse dooden.
13 Maer Saul seyde, Daer en sal te desen dage geen man gedoodt worden: want de HEERE heeft heden een verlossinge in Israël gedaen.
14 Voorder seyde Samuel tot het volck, komt, ende laet ons nae Gilgal gaen, ende het Coninckrijcke aldaer vernieuwen.
15 Doe ginck al het volck nae Gilgal, ende maeckte Saul aldaer Coninck voor het aengesichte des HEEREN te Gilgal, ende sy offerden aldaer danck-offeren voor het aengesichte des HEEREN: ende Saul verheuchde sich aldaer gantsch seer, met alle de mannen van Israël.

Einde 1 Samuël 11