Statenvertaling.nl

sample header image

Titus 2 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Titus 2

1 DOch ghy, spreeckt ’t gene de gesonde leere betaemt:
2 Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmigh, voorsichtigh, gesont in’t geloove, in de liefde, in de lijdtsaemheyt.
3 De oude vrouwen insgelijcks dat sy in [hare] dracht zijn gelijck den heyligen betaemt, dat’se geen lastaeressen en zijn, haer niet tot veel wijns begevende, [maer] leeraeressen zijn van ’tgoede:
4 Op dat sy de jonge [vrouwen] leeren voorsichtigh te zijn, hare mannen lief te hebben, hare kinderen lief te hebben:
5 Matigh te zijn, cuysch te zijn, het huys te bewaren, goedt te zijn, hare eygene mannen onderdanigh te zijn: op dat het woort Godts niet gelastert en worde.
6 De jonge [mannen] insgelijcks vermaent dat sy matigh zijn.
7 Betoont u selven in alles een voorbeeldt van goede wercken, in de leere [betoont] onvervalschtheyt, defticheyt, oprechticheyt.
8 Het woort gesont, ende onverwerpelick: op dat de gene die daer tegen is beschaemt worde, ende niet quaets en hebbe van u lieden te seggen.
9 De dienst-knechten [vermaent] dat sy hare eygene heeren onderdanich zijn, dat’se in allen welbehagelick zijn, niet tegensprekende:
10 Niet ontreckende, maer alle goede trouwe bewijsende: op dat sy de leere Godts onses Salichmakers in allen mogen vercieren.
11 Want de salichmakende genade Godts, is verschenen allen menschen:
12 Ende onderwijst ons, dat wy de godtloosheyt ende de wereltsche begeerlickheden versakende, matichlick, en rechtveerdelick, ende Godtsalichlick leven souden in dese tegenwoordige werelt:
13 Verwachtende de salige hope, ende verschijninge der heerlickheyt des grooten Godts ende onses Salichmakers Iesu Christi:
14 Die hem selven voor ons gegeven heeft, op dat hy ons soude verlossen van alle ongerechticheyt, ende hem selven een eygen volck soude reynigen, yverich in goede werken.
15 Spreeckt dit, ende vermaent, ende bestraft met allen ernst. Dat niemandt u en verachte.

Einde Titus 2