Psalm 124 – Statenvertaling editie 1637
Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
Psalm 124
1 EEn Liedt Hammaaloth, van David: ’Ten ware de HEERE, die by ons geweest is , segge nu Israël: |
2 ’Ten ware de HEERE, die by ons geweest is, als de menschen tegen ons opstonden: |
3 Doe souden sy ons levendich verslonden hebben, als haren toorn tegen ons ontstack. |
4 Doe souden ons de wateren overloopen hebben: een stroom soude over onse ziele gegaen hebben. |
5 Doe souden de stoute wateren over onse ziele gegaen zijn. |
6 De HEERE zy gelooft, die ons in hare tanden niet en heeft overgegeven tot eenen roof. |
7 Onse ziele is ontkomen als een vogel, uyt den strick der vogel-vangers, de strick is gebroken, ende wy zijn ontkomen. |
8 Onse hulpe is in den Name des HEEREN, die hemel ende aerde gemaeckt heeft. |
Einde Psalm 124