Statenvertaling.nl

sample header image

Zacharia 6 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Zacharia 6

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De vier wagens
1 EN ik hief mijn ogen weder op en ik zag, en zie, vier wagens gingen er uit van tussen twee bergen; en die bergen waren bergen van koper.
2 Aan den eersten wagen waren rode paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden.
3 En aan den derden wagen witte paarden; en aan den vierden wagen hagelvlekkige paarden die sterk waren.
4 En ik antwoordde en zeide tot den Engel Die met mij sprak: Wat zijn dezen, mijn Heere?
5 En de Engel antwoordde en zeide tot mij: Dezen zijn de vier winden des hemels, uitgaande vanwaar zij stonden voor den Heere der ganse aarde.
6 Aan welken wagen de zwarte paarden zijn, die paarden gaan uit naar het noorderland, en de witte gaan uit, dezelve achterna; en de hagelvlekkige gaan uit naar het zuiderland.
7 En die sterke paarden gingen uit en zochten voort te gaan om het land te doorwandelen; want Hij had gezegd: Gaat heen, doorwandelt het land. En zij doorwandelden het land.
8 En Hij riep mij, en sprak tot mij, zeggende: Zie, dezen die uitgegaan zijn naar het noorderland, hebben Mijn geest doen rusten in het noorderland.
 
De kronen voor Jozua. De Spruite
9 En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:
10 Neem van de gevankelijk weggevoerden, van Cheldaï, van Tobía en van Jedája, en kom gij te dien dage, en ga in ten huize van Josía, den zoon van Zefánja, dewelke uit Babel gekomen zijn;
11 Te weten, neem zilver en goud, en maak kronen, en zet ze op het hoofd van Jozua, den zoon van Józadak, den hogepriester.
12 En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Zie, een Man, Wiens Naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen.
13 Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten en heersen op Zijn troon; en Hij zal Priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die Beiden wezen.
14 En die kronen zullen wezen voor Chelem en voor Tobía en voor Jedája en voor Chen, den zoon van Zefánja, tot een gedachtenis in den tempel des HEEREN.
15 En die verre zijn, zullen komen en zullen bouwen in den tempel des HEEREN, en gijlieden zult weten dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij vlijtiglijk zult horen naar de stem des HEEREN uws Gods.

Einde Zacharia 6