Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Judas – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

De Algemeyne Sendt-brief des Apostels JUDE

Inhoudt van desen Sendt-brief.

D’Apostel Iudas, navolgende het exempel ende oock de voetstappen des Apostels Petri in sijnen tweeden Sendt-brief, heeft desen brief geschreven om de geloovige Christenen te vermanen tot stantvastigheydt in het ware geloove, ende tot dien eynde te waerschouwen voor de valsche leeraers ende spotters, om van haer niet verleydt te worden. 1 Ende eerstelick na ’t opschrift ende de groetenisse, 3 stelt hy dese vermaninge voor, ende wijst aen hoe noodigh de selve is, also vele godtloose menschen onder de Christenen waren in-geslopen. 5 Verklaert dat sulcke eeuwelick van Godt sullen gestraft worden, ende bewijst het met gelijcke exemplen der Israëliten in de woestijne. 6 der afvallige Engelen. 7 ende der inwoonders van Sodoma ende Gomorra. 8 Beschrijft haer datse de Overheden lasteren, ’t welck selve de Archangel Michaël tegen den Duyvel niet en heeft durven doen. 11 Datse de voetstappen volgen ven Cain, Balaam, ende Core. 12 Datse vlecken zijn der Christelicke vergaderingen, huychelaers, ongestadighe, ende datse sekerlick sullen verdoemt worden. 15 ’t welck hy bevestight met een prophetie van Enoch. 16 ende beschrijft voorder hare gebreken. 17 ende seght dattet die luyden zijn daer d’Apostelen haer van gewaerschouwt hebben. 20 Daer nae verhaelt hy wederom de selve vermaninghe tot stantvastigheydt, met belofte des eeuwigen levens. 22 Vermaentse dat sy haren naesten oock soecken te behouden, sommige met soetigheyt, andere met hardigheydt. 24 Eyndelick besluyt hy met eenen lof ende danck-segginge tot Godt.

Einde inleiding Judas