Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding 1 Johannes – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

De Eerste Algemeyne Sendt-brief des Apostels JOANNIS

Inhoudt van desen Sendt-brief.

DAT den Apostel ende Euangelist Ioannes, de sone Zebedei ende broeder Iacobi, Matth. 10.2. de discipel dien de Heere lief hadde Ioan. 13.23. desen Sendt-brief geschreven heeft, en is noyt onder de Christenen in twijfel getrocken. Het voornemen ende oogh-merck, dat d’Apostel heeft in desen brief, is, gelijck hy selve aenwijst Capit. 3.23. eensdeels de geloovige te verstercken in de waerheydt der Euangelische Leere: ende eensdeels haer te vermanen tot een Godtsaligh leven, ende insonderheyt tot betrachtinge van liefde. Beyde dese stucken worden onder malkanderen alsoo verhandelt, dat hy nu van het een stuck, dan van het ander spreeckt. Ende eerst de sekerheyt ende nuttigheydt der Christelicke Leere voor-gestelt hebbende, wijst hy aen dat hy de selve haer voor-houdt, op datse gemeynschap mogen hebben met Godt, welcke CHRISTUS met sijn bloedt ons verworven heeft, ende die wy verkrijgen als wy onse sonden bekennende in hem gelooven, ende in het licht wandelen, Capit. 1. Verklaert dat hy dit leert niet op dat wy daer op sondigen, maer tot troost der sondaren. Vermaentse tot onderhoudinge van het gebodt der liefde, beyde oude ende jonge: maent af van de liefde der werelt. VVaerschouwt voor de Antichristen, ofte valsche leeraers, ende vermaent datse haer door de selve niet en laten verleyden. Cap. 2. Vermaentse voorders, dewijle sy kinderen Godts zijn, datse moeten heylighlick leven ende de sonde vlieden: ende voornamelick malkanderen lief hebben, niet met woorden alleen maer met der daet. Capit. 3. Daer nae datse haer vande valsche leeraers moeten wachten: ende wederom datse malkanderen lief hebben, Capit. 4. Leert wie sy zijn die uyt Godt geboren zijn, ende dat de liefde Godts ende des naesten niet en konnen gescheyden worden, ende bewijst dat IESUS CHRISTUS de eenige Salighmaker is, ende dat wy in hem moeten gelooven, ende d’Afgoden vlieden. Cap. 5.

Einde inleiding 1 Johannes