Statenvertaling.nl

sample header image

Zacharia 5 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Zacharia 5

1 ENde ick hief mijne oogen weder op, ende ick sach: ende siet, een vliegende rolle.
2 Ende hy seyde tot my, Wat siet ghy? ende ick seyde, Ick sie een vliegende rolle, welcker lengte is van twintich ellen, ende hare breette van tien ellen.
3 Doe seyde hy tot my, Dit is de vloeck, die uytgaen sal over het gantsche lant: want een yegelick die steelt, sal van hier, volgens den selven [vloeck] uytgeroeyt worden: desgelijcks een yegelick die [ valschelick] sweert, sal van hier, volgens den selven [vloeck] uytgeroeyt worden.
4 Ick brenge desen [vloeck] voort, spreeckt de HEERE der heyrscharen, dat hy kome in het huys des diefs, ende in het huys des genen die by mijnen name valschelick sweert: ende hy sal in’t midden sijnes huys overnachten, ende hy sal het verteeren, met sijne houten, ende sijne steenen.
5 Ende de Engel die met my sprack, ginck uyt, ende seyde tot my, Heft nu uwe oogen op, ende siet, wat dit zy datter voortkomt.
6 Ende ick seyde, Wat is dat? ende hy seyde, Dit is een Epha, die voortkomt: voorder seyde hy, Dit is de ooge over haer-lieden in’t gantsche lant.
7 Ende siet, een plate loots wiert opgeheven, ende daer was eene vrouwe, sittende in ’t midden der Epha.
8 Ende hy seyde, Dese is de godtloosheyt, ende hy wierpse in’t midden van de Epha: ende hy wierp het looden gewichte op den mont der selver.
9 Ende ick hief mijne oogen op, ende ick sach, ende siet, twee wijven quamen voort, ende wint was in hare vleugelen, ende sy hadden vleugelen, als de vleugelen eenes oyvaers: ende sy voerden de Epha tusschen d’aerde, ende tusschen den hemel.
10 Doe seyde ick tot den Engel, die met my sprack: Waer henen brengen sy dese Epha?
11 Ende hy seyde tot my, Om haer een huys te bouwen in den lande Sinear: dat sy daer gevesticht ende gestelt worde op hare grontvestinge.

Einde Zacharia 5