Statenvertaling.nl

sample header image

Daniël 1 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Daniël 1

1 IN het derde jaer des Coninckrijcx Iojakims des Conincks van Iuda, quam Nebucadnezar de Coninck van Babel, te Ierusaelem, ende belegerdese.
2 Ende de Heere gaf Iojakim den Coninck van Iuda, in sijne hant, ende een deel der vaten des huyses Godes, ende hy brachtse [in] ’t lant Sinear, [in] sijnes Godts huys: Ende de vaten bracht hy in het schat-huys sijnes Godts.
3 Ende de Coninck seyde tot Aspenaz, den Oversten sijner Camerlingen, dat hy voortbrengen soude [eenige ] uyt de kinderen Israëls, te weten, uyt het Conincklicke zaet, ende uyt de Princen,
4 Iongelingen aen de welcke geen gebreck en ware, maer schoon van aensicht, ende vernuftich in alle wijsheyt, ende ervaren in wetenschap, ende kloeck van verstande, ende in de welcke bequaemheyt ware, om te staen in des Conincks paleys: ende datmense onderwese in de boecken, ende sprake der Chaldeen.
5 Ende de Coninck verordineerde haer watmense dach by dach geven soude van de stucken der spijse des Conincks, ende van den wijn sijnes drancks, ende datmense drie jaren [also] optoge, ende dat sy ten eynde der selver souden staen voor het aengesichte des Conincks.
6 Onder de selve nu waren uyt de kinderen Iuda, Daniel, Hananja, Misaël, ende Azarja.
7 Ende de Overste der Camerlingen gaf hen [andre] namen, ende Daniel noemde hy Beltsazar, ende Hananja Sadrach, ende Misaël Mesach, ende Azarja AbedNego.
8 Daniel nu nam voor in sijn herte, dat hy sich niet en soude ontreynigen met de stucken der spijse des Conincks, noch met den wijn sijnes drancks: daerom versocht hy vanden Oversten der Camerlingen, dat hy sich niet en mochte ontreynigen.
9 Ende Godt gaf Daniel genade ende barmherticheyt voor het aengesichte van den Oversten der Camerlingen.
10 Want de Overste der Camerlingen seyde tot Daniel, Ick vreese mijnen heere den Coninck, die ulieder spijse, ende ulieder dranck verordineert heeft: want waerom soude hy ulieder aengesichten droever sien, dan der jongelingen, die in gelijckheyt met ulieden zijn? also soudt ghy mijn hooft by den Coninck schuldich maken.
11 Doe seyde Daniel tot Melzar, dien de Overste der Camerlingen gestelt hadde over Daniel, Hananja, Misaël, ende Azarja:
12 Beproeft doch uwe knechten tien dagen lanck, ende men geve ons van het gezaeyde te eten, ende water te drincken.
13 Ende men sie voor u aengesichte onse gedaenten, ende de gedaente der jongelingen, die de stucken van de spijse des Conincks eten: ende doet met uwe knechten nae dat ghy sien sult.
14 Doe hoorde hyse in dese sake, ende hy beproefdese tien dagen.
15 Ten eynde nu der tien dagen, sachmen dat hare gedaenten schoonder waren, ende sy vetter waren van vleesche, dan alle de jongelingen, die de stucken der spijse des Conincks aten.
16 Doe geschieddet, dat Melzar de stucken harer spijse wechnam, mitsgaders den wijn hares drancks, ende hy gaf haer [van] ’t gezaeyde.
17 Dese vier jongelingen nu, dien gaf Godt wetenschap ende verstant in alle boecken, ende wijsheyt: maer Daniel gaf hy verstant in allerley gesichten ende droomen.
18 Ten eynde nu der dagen waer van de Coninck geseyt hadde, datmense soude inbrengen, so brachtse de Overste der Camerlingen in voor het aengesichte Nebucadnezars.
19 Ende de Coninck sprack met haer, doch daer en wert uyt haer alle niemant gevonden, gelijck Daniel, Hananja, Misaël, ende Azarja: ende sy stonden voor het aengesichte des Conincks.
20 Ende [in] alle saken van verstandige wijsheyt, die de Coninck haer afvraegde, so vondt hyse tien malen boven alle de tooveraers, [ende] sterre-kijckers, die in sijn gantsch Coninckrijcke waren.
21 Ende Daniel bleef tot het eerste jaer des Conincks Cores toe.

Einde Daniël 1