Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 134 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 134

De Psalmist vermaent de Priesters ende Leviten Godt te loven, ende voor de Gemeynte te bidden.
 
1 1 EEn Liedt Hammaaloth. Siet, looft den HEERE, alle 2 ghy knechten des HEEREN: ghy die 3 alle nachte 4 in’t huys des HEEREN 5 staet.
1 Als Psal. 120.1.
2 Verstaet hier door de knechten des Heeren, principalick de Priesters ende Leviten, welcker ampt was, oock by nachte te staen ende te dienen voor den Heere. Siet Exod. 27.21. Lev. 8.35. 1.Sam. c. 3. vers 3. 1.Chron. 9 versen 33, 35.
3 Hebr. in de nachten, D. alle nachte.
4 T.w. om de wacht inden Tempel ende de voorhoven des selven te houden, achtervolgende Godes wet. siet Levit. 8.35. Num. 1. vers 53. 1.Sam. 3.3. ende 1.Chron. 9.33.
5 Staen voor dienen wort meermaels in de heylige Schrift gebruyckt. 2.Reg. 25.8. staet, Een Dienaer des Conincks. Ier. 51.12. Een die voor den Coninck stont.
 
2 6 Heft uwe handen op 7 [nae] ’theylichdom: ende looft den HEERE.
6 D. Roept den Heere aen, ende biddet voor het volck, als Psal. 28.2.
7 T.w. nae de Arke des Heeren, staende in’t heylichdom, van waer de Heere de gebeden sijnes volcks verhoorde. And. In heylicheyt, als 1.Tim. 2.8.
 
3 De HEERE segene 8 u 9 uyt Zion: hy die den hemel ende d’aerde gemaeckt heeft.
8 Dit is gesproken in’t getal van eenen, beteeckenende, de Heere segene elck een van ulieden, hooft voor hooft. aldus heeft Godt den Priesteren bevolen het volck te segenen, Num. 6.24. sommige verstaen dit als een wensch des Psalmists over de Priesters die in Godts huys dienden.
9 D. Van de Arke af, die op den berch Zions staet. siet d’aenteeckeninge Psal. 128. op vers 5.

Einde Psalm 134