Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
1 MAer Iob antwoordde ende seyde: |
2 Oock heden is mijne clachte wederspannicheyt. mijne plage is swaer boven mijn suchten. |
3 Och of ick wiste, dat ick hem vinden soude! ick soude tot sijnen stoel komen: |
4 Ick soude het recht voor sijn aengesichte ordentlick voorstellen: ende mijnen mont soude ick met verdedingen vervullen. |
5 Ick soude de redenen weten, [die] hy my antwoorden soude; ende verstaen wat hy my seggen soude. |
6 Soude hy nae de grootheyt [sijner] macht met my twisten? neen: maer hy soude acht op my slaen. |
7 Daer soude de oprechte met hem pleyten: ende ick soude my in eeuwicheyt van mijnen Richter vry maken. |
8 Siet, gae ick voorwaert, so en is hy daer niet, ofte achterwaert, so en verneme ick hem niet. |
9 Als hy ter slincker-hant werckt, so en aenschouwe ick [hem] niet: bedeckt hy sich ter rechterhant, so en sie ick [hem] niet. |
10 Doch hy kent den wech, [die] by my is; hy beproeve my; als gout sal ick uytkomen. |
11 Aen sijnen ganck heeft mijn voet vast gehouden; sijnen wech hebb’ ick bewaert, ende en ben niet afgeweken. |
12 Het gebodt sijner lippen en hebb’ ick oock niet wech gedaen: de redenen sijnes monts hebb’ ick meer dan mijn bescheyden deel wechgeleyt. |
13 Maer is hy tegen yemant, wie sal dan hem afkeeren? wat sijne ziele begeert, dat sal hy doen. |
14 Want hy sal volbrengen dat over my bescheyden is: ende diergelijcke dingen zijnder vele by hem. |
15 Hierom worde ick voor sijn aengesichte beroert: aenmercke’t, ende vreese voor hem: |
16 Want Godt heeft mijn herte weeck gemaeckt; ende de Almachtige heeft my beroert: |
17 Om dat ick niet uytgedelcht en ben voor de duysternisse; ende dat hy van mijn aengesichte de donckerheyt bedeckt heeft. |