Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Ezra – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Het Boeck EZRA

Inhoudt deses Boecks.

OM aen te wijsen het vervolch der Historie van Godes Kercke, so heeft het den Heyligen Geest belieft het voorgaende tweede boeck der Chronijcken te eyndigen met de selve woorden, met de welcke dit boeck begint, waer in de H. Geest door den Priester ende Schrift-geleerde Ezra ons heeft doen beschrijven, hoe Godt sijn volck uyt de tseventich-jarige Babylonische gevanckenisse, volgens sijne beloften, wonderbaerlick verlost heeft door den Persischen Coninck Cores, (gemeenlick genaemt Cyrus) die, de Babylonische Monarchie onder sich gebracht hebbende, door Godts in-geven, vryheyt voor de Ioden publiceert, om nae haer lant weder te keeren, ende den Tempel te bouwen, met allerleye gunstige bevorderinge daer toe dienende. waer op vele van den volcke, welcker Geest Godt verweckt heeft, onder ’t beleydt van den Vorst Zerubbabel, ende den hoogen Priester Iesua, zijn op-getogen, ende hebben des Heeren Altaer gebouwt, Gode geoffert, ende het Loof-hutten-Feest gehouden, etc. Daer na oock den gront des Tempels geleyt, maer het gebouw voor dien tijt niet konnen voltrecken, om dat hare omliggende vyanden, in het archlistich versoeck, van tsamen met hen te bouwen ende gemeynen Gods-dienst te hebben, af-geslagen zijnde, door quade practijcken te hove so veel hebben te wege gebracht, dat het bouwen verhindert is in de volgende jaren der regeringe van Cores, Ahasueros, ende Arthasastha (gemeenlick genaemt Artaxerxes) tot in het tweede jaer des Conincks Darij, wanneer sy, door de Propheten, Haggai ende Zacharja, op-geweckt ende gesterckt zijnde, het bouwen des Tempels hebben hervatt, ende door een seer gunstich ende ernstich bevel van Darius, die van sijnen Lant-voogt hier van was verwittigt, eyntlick hebben voltrocken, den Tempel ingewijt, ende haren Gods-dienst daer in gepleegt. Eenen tijt lanck daer na, als de saken onder Godts volck weder vervallen waren, is de Priester Ezra, door Godts sonderlinge beschickinge, op sijn versoeck, van den Coninck Arthasastha, in ’t sevende jaer sijns Coninck-rijcks, met een goet aental volcks, nae Ierusalem gesonden, met seer liberale vergunninge van alle behoeften, ende volcomen last om alles te herstellen ende te ordineren nae Godts wet, het welcke Ezra met grooten yver ende getrouwicheyt heeft volbracht: Daerom oock dit boeck (als mede om dat hy’t beschreven heeft) den name van hem draegt. Aengaende de tijt-rekeninge, daer over is geen eenderley gevoelen by de geleerde, die haer werck daer van gemaeckt hebben, door dien dat de Coningen ende jaren der Persische Monarchie niet op eene wijse worden gerekent, ende verscheyden gevoelen onder hen is over dese vier Coningen, die na Cores, ofte Cyrus, gevolgt zijn, naemlick, Ahasueros, ende d’eerste Arthasastha, onder welcker regeringe het gebouw des Tempels verhindert is: daer na wie die Darius geweest zy, onder welcken de Tempel is volbouwt, ende voorts welcke de tweede Arthasastha zy, die Ezra gesonden heeft om alles te herstellen, ende oock naderhant Nehemia, om de mueren, poorten ende Stadt van Ierusalem op te bouwen, waer van te sijner plaetse yets is aengeteeckent, op dat de verstandige leser verkiese ’t gene hem best dunckt. Dit blijft altoos seker ende vast, dat dese saken alle geschiet zijn onder de Persische Monarchie, die haren aenvanck genomen heeft van desen Cores, ofte Cyrus, van wiens eerste jaer sijner regeringe te Babel, dese Historie begint, haer uytstreckende tot in het sevende jaer des Conincks Arthasastha des tweeden, ende voorts eenigen tijt daer na: gelijck de volgende Historie van Nehemia van het 20 jaer des selven Conincks begint.

Einde inleiding Ezra