Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
1 ENde ’t geschiedde na desen, dat Nahas de Coninck der kinderen Ammons sterf, ende sijn sone wert Coninck in sijne plaetse. |
2 Doe seyde David, Ick sal weldadicheyt doen aen Hanun den sone Nahas, want sijn vader heeft weldadicheyt aen my gedaen: daerom sondt David boden om hem te troosten over sijnen vader: Doe de knechten Davids in het lant der kinderen Ammons tot Hanun quamen, om hem te troosten: |
3 So seyden de Vorsten der kinderen Ammons tot Hanun, Eert David uwen vader in uwe oogen, om dat hy troosters tot u gesonden heeft? Zijn niet sijne knechten tot u gekomen, om te doorsoecken ende om om te keeren, ende om het lant te verspieden? |
4 Daerom nam Hanun de knechten Davids, ende hy beschoerse, ende sneedt hare kleederen half af tot aen de heupen, ende lietse henen gaen. |
5 Sy nu gingen henen, ende men bootschapte David van dese mannen, ende hy sondt hen te gemoete, want die mannen waren seer beschaemt: De Coninck dan seyde, Blijft te Iericho, tot dat ulieder baert weder gewassen zy, komt dan wederom. |
6 Doe de kinderen Ammons sagen, dat sy sich stinckende gemaeckt hadden by David: so sondt Hanun ende de kinderen Ammons duysent talenten silvers om sich wagenen ende ruyters te hueren uyt Mesopotamien, ende uyt Syrien-Maacha, ende uyt Zoba. |
7 So dat sy sich huerden twee-en-dertich duysent wagenen, ende de Coninck van Maacha, ende sijn volck, die quamen ende legerden haer voor Medeba: oock vergaderden de kinderen Ammons uyt hare steden, ende sy quamen ten strijde. |
8 Doe het David hoorde, so sondt hy Ioab, ende ’t gantsche heyr met de helden. |
9 Als de kinderen Ammons uytgetogen waren, so stelden sy de slach-ordre voor de poorte der Stadt: maer de Coningen die gekomen waren, die waren besonder in ’t velt. |
10 Doe Ioab sach dat de spitse der slachordre van vooren ende van achteren tegen hem was: so verkoos hy [eenige] uyt alle uytgelesene in Israël, ende hy steldese in ordre tegen de Syriers aen. |
11 Ende de overige des volcks gaf hy in de hant sijnes broeders Absai: ende sy steldense in ordre tegen de kinderen Ammons aen. |
12 Ende hy seyde, Indien my de Syriers te sterck worden, so sult ghy my komen verlossen: ende indien de kinderen Ammons u te sterck worden, so sal ick u verlossen. |
13 Zijt sterck, ende laett ons sterck zijn voor ons volck, ende voor de Steden onses Godts: de HEERE nu doe wat goet is in sijne oogen. |
14 Doe naederde Ioab ende ’t volck dat by hem was, ten stryde voor het aengesichte der Syriers: Ende sy vloden voor sijn aengesichte. |
15 Doe de kinderen Ammons sagen dat de Syriers vloden, so vloden sy oock voor het aengesichte Absai sijnes broeders, ende sy quamen in de Stadt, ende Ioab quam te Ierusalem. |
16 Als de Syriers sagen, dat sy voor het aengesichte Israëls geslagen waren, so sonden sy boden, ende brachten de Syriers uyt, die aen gene zijde der Riviere woonden: ende Sophach de crijchs-Overste Hadarezers, [tooch] voor haer aengesichte henen. |
17 Doe het David wert aengeseyt, so vergaderde hy gantsch Israël, ende hy tooch over de Iordane, ende hy quam tot haer, ende hy stelde de slach-ordre tegen haer: Als David de slach-ordre tegen de Syriers gestelt hadde, so streden sy met hem. |
18 Doch de Syriers vloden voor het aengesichte Israëls, ende David versloech van de Syriers seven duysent wagenen, ende veertich duysent mannen te voet: daertoe doodde hy Sophach den krijchs-oversten. |
19 Doe de knechten Hadarezers sagen, dat sy geslagen waren voor het aengesichte Israëls, so maeckten sy vrede met David, ende dienden hem: ende de Syriers en wouden de kinderen Ammons niet meer verlossen. |