Statenvertaling.nl

sample header image

1 Kronieken 10 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

1 Kronieken 10

De Philistijnen slaen het leger der Israeliten, vers 1, etc. Sauls drie sonen worden verslagen, 2. Saul begeert van sijnen wapen-drager, dat hy hem door-steke, doe hy dat weygerde, so doorsteeckt Saul hem selven, 4. De wapen-drager door-steeckt oock hem selven, 5. Sauls gantsche huys komt om, 6. De Israeliten verlaten hare steden, uyt vreese der Philistijnen, die de selve in-nemen, 7. Sy vinden Saul ende sijne sonen doot liggende op ’t geberchte Gilboa, 8. Sy houwen sijn hooft af, ende senden ’t selve met sijne wapenen rontom in haer lant, 9. Daerna stellen sy de selve in het huys hares Godts, ende sijnen hooft-schedel hechten sy in het huys Dagons, 10. Die van Iabes in Gilead nemen Sauls ende sijner sonen lichamen, ende begraven hare beenderen aldaer, ende vasten seven dagen, 11. waerom dat Godt den Saul aldus hebbe laten omkomen, 13.
 
1 1 ENde de Philistijnen streden tegen Israël, ende de mannen Israëls vloden voor het aengesichte der Philistijnen, ende sy vielen verslagen op’t geberchte 2 Gilboa.
1 Siet de verklaringe deses capit. 1.Sam. 31. ’t welck by naest van woort tot woort met dit cap. over een komt.
2 Siet de aenteeck. op 1.Sam. 28.4.
 
2 Ende de Philistijnen hielden dicht achter aen Saul ende achter sijne sonen: ende de Philistijnen sloegen Ionathan, ende Abinadab, ende Malchi-Sua de sonen Sauls.
3 Ende de strijt wert swaer tegen Saul, ende de schutters met de bogen troffen hem aen: ende 3 hy vreesde seer voor de schutters.
3 Siet de aenteeck. op 1.Sam. 31.3.
 
4 Doe seyde Saul tot sijnen wapen-drager, Treckt u sweert uyt ende door-steeckt my daer mede, dat misschien dese onbesnedene niet en komen, ende 4 met my den spot dryven: maer sijn wapen-drager en wilde niet, want hy vreesde seer: Doe nam Saul het sweert, ende viel daer in.
4 T.w. indien ick levendich in hare handen quame te vervallen.
 
5 Doe sijn wapen-drager sach, dat Saul doot was: so viel hy oock in’t sweert, ende sterf.
6 Also sterf Saul ende sijne drye sonen: Oock 5 sijn gantsch huys is te gelijcke gestorven.
5 Verst. alle die by hem waren: want Isboseth en is niet verslagen, gelijck uyt 2.Sam. 3. af te nemen is, siet 1.Sam. 31.6. Oock so is Mephiboseth de sone Ionathans overgebleven, van wiens nakomelingen siet bov. cap. 8.34. ende cap. 9.40.
 
7 Als alle de mannen Israëls, die in het dal waren, sagen dat sy gevloden waren, ende dat Saul ende sijne sonen doodt waren: so verlieten sy hare Steden, ende sy vloden: Doe quamen de Philistijnen ende woonden daer in.
8 ’T geschiedde nu des anderen daechs, als de Philistijnen quamen om de verslagene te plunderen: So vonden sy Saul, ende sijne sonen, liggende op ’t geberchte Gilboa.
9 Ende sy plunderden hem, ende sy namen sijn hooft, ende sijne wapenen: ende sy sondense in der Philistijnen lant rontom, om [dit] te bootschappen haren Afgoden, ende den volcke.
10 a Ende sy leyden sijne wapenen in het huys hares Godts: Ende 6 sijn hooft hechteden sy in het huys Dagons.
a 1.Sam. 31.10.
6 Maer het doode lichaem hechtten sy aenden muer te Beth-Sean, 1.Sam. 31. vers 10.
 
11 Als geheel 7 Iabes in Gilead hoorde alles dat de Philistijnen Saul gedaen hadden:
7 Siet de aenteeck. op Iudic. 21.8.
 
12 So maeckten haer alle strijtbare mannen op, ende sy namen het lichaem Sauls, ende de lichamen sijner sonen, ende sy brachtense te Iabes: Ende 8 sy begroeven hare beenderen onder eenen eycken-boom te Iabes, ende 9 sy vasteden 10 seven dagen.
8 T.w. na dat sy eerst de lichamen gebrandt hadden, 1.Sam. 31.12.
9 Aldus betoonende hare droeffenisse.
10 Verst. dit alsoo niet, als of sy seven dagen ende nachten aen een gevast hadden, maer sevene na malkanderen komende dagen, telckens tot den avondt toe.
 
13 Also sterf Saul, 11 in sijne overtredinge, daermede hy overtreden hadde 12 tegen den HEERE, tegen het woort des HEEREN, ’twelck hy niet gehouden en hadde, ende oock b om dat hy 13 de waersegster gevraecht hadde, haer soeckende,
11 And. om sijner misdaet wille. Vergel. Num. 27.3.
12 Als namelick Godt den Saul duydelick geboden hadde de Amalekiten gantsch uyt te roeyen, ende te verbannen, 1.Sam. 15.28. Hier wort de vervullinge van het dreygement aldaer gedaen, beschreven.
b 1.Sam. 28.8.
13 Siet d’aenteeck. op Levit. 19.31.
 
14 Ende den HEERE niet gesocht en hadde: daerom doodde hy hem, ende keerde het Coninckrijcke tot David den sone Isai.

Einde 1 Kronieken 10