Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

1 Petrus 5 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

1 Petrus 5

 De kudde Gods
1 Πρεσβυτέρους τοὺς ἐν ὑμῖν παρακαλῶ ὁ συμπρεσβύτερος καὶ μάρτυς τῶν τοῦ Χριστοῦ παθημάτων, ὁ καὶ τῆς μελλούσης ἀποκαλύπτεσθαι δόξης κοινωνός· 1 DE ouderlingen die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling en getuige van het lijden van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid die geopenbaard zal worden:
2 ποιμάνατε τὸ ἐν ὑμῖν ποίμνιον τοῦ Θεοῦ, ἐπισκοποῦντες μὴ ἀναγκαστῶς, ἀλλ’ ἑκουσίως· μηδὲ αἰσχροκερδῶς, ἀλλὰ προθύμως· 2 aWeidt de kudde Gods die onder u is, hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk, bnoch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed; a Hand. 20:28. b 1 Tim. 3:3. Tit. 1:7. verwijsteksten
3 μηδ’ ὡς κατακυριεύοντες τῶν κλήρων, ἀλλὰ τύποι γινόμενοι τοῦ ποιμνίου. 3 cNoch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren, dmaar als voorbeelden der kudde geworden zijnde. c 2 Kor. 1:24. d Filipp. 3:17. 1 Tim. 4:12. Tit. 2:7. verwijsteksten
4 καὶ φανερωθέντος τοῦ ἀρχιποίμενος, κομιεῖσθε τὸν ἀμαράντινον τῆς δόξης στέφανον. 4 En als ede overste Herder verschenen zal zijn, fzo zult gij de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid behalen. e Jes. 40:11. Ez. 34:23. Joh. 10:11. Hebr. 13:20. 1 Petr. 2:25. f 1 Kor. 9:25. 2 Tim. 4:8. Jak. 1:12. 1 Petr. 1:4. verwijsteksten
5 ὁμοίως, νεώτεροι, ὑποτάγητε πρεσβυτέροις· πάντες δὲ ἀλλήλοις ὑποτασσόμενοι, τὴν ταπεινοφροσύνην ἐγκομβώσασθε· ὅτι ὁ Θεὸς ὑπερηφάνοις ἀντιτάσσεται, ταπεινοῖς δὲ δίδωσι χάριν. 5 Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; gen zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; hwant God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade. g Rom. 12:10. Filipp. 2:3. h Spr. 3:34. Jak. 4:6. verwijsteksten
6 ταπεινώθητε οὖν ὑπὸ τὴν κραταιὰν χεῖρα τοῦ Θεοῦ, ἵνα ὑμᾶς ὑψώσῃ ἐν καιρῷ, 6 iVernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd. i Job 22:29. Spr. 29:23. Matth. 23:12. Luk. 14:11. Jak. 4:10. verwijsteksten
7 πᾶσαν τὴν μέριμναν ὑμῶν ἐπιρρίψαντες ἐπ’ αὐτόν, ὅτι αὐτῷ μέλει περὶ ὑμῶν. 7 kWerpt al uw bekommernis op Hem, lwant Hij zorgt voor u. k Ps. 55:23. Matth. 6:25. Luk. 12:22. Filipp. 4:6. 1 Tim. 6:8. l 1 Kor. 9:9. Hebr. 13:5. verwijsteksten
8 νήψατε, γρηγορήσατε, ὅτι ὁ ἀντίδικος ὑμῶν διάβολος, ὡς λέων ὠρυόμενος, περιπατεῖ ζητῶν τίνα καταπίῃ· 8 mZijt nuchter en waakt; nwant uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden; m 1 Thess. 5:6. 1 Petr. 1:13; 4:7. n Job 1:7. Luk. 22:31. verwijsteksten
9 ᾧ ἀντίστητε στερεοὶ τῇ πίστει, εἰδότες τὰ αὐτὰ τῶν παθημάτων τῇ ἐν κόσμῳ ὑμῶν ἀδελφότητι ἐπιτελεῖσθαι. 9 oDenwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende dat hetzelfde lijden aan uw broederschap die in de wereld is, volbracht wordt. o Ef. 4:27. Jak. 4:7. verwijsteksten
  
Groeten en zegenbede
10 ὁ δὲ Θεὸς πάσης χάριτος, ὁ καλέσας *ἡμᾶς εἰς τὴν αἰώνιον αὐτοῦ δόξαν ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ, ὀλίγον παθόντας αὐτὸς καταρτίσαι ὑμᾶς, στηρίξαι, σθενώσαι, θεμελιώσαι.
* ἡμᾶς St, B-edd, Elz, Sc | ὑμᾶς B-edd, M
10 De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij peen weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke en fundere ulieden. p Hebr. 10:37. 1 Petr. 1:6. verwijsteksten
11 αὐτῷ ἡ δόξα καὶ τὸ κράτος εἰς τοὺς αἰῶνας τῶν αἰώνων. ἀμήν. 11 Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
12 Διὰ Σιλουανοῦ ὑμῖν τοῦ πιστοῦ ἀδελφοῦ, ὡς λογίζομαι, δι’ ὀλίγων ἔγραψα, παρακαλῶν καὶ ἐπιμαρτυρῶν ταύτην εἶναι ἀληθῆ χάριν τοῦ Θεοῦ εἰς ἣν ἑστήκατε. 12 Door Silvánus, die u een getrouw broeder is, zo ik acht, heb ik met weinige woorden geschreven, vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade Gods, in welke gij staat.
13 ἀσπάζεται ὑμᾶς ἡ ἐν Βαβυλῶνι συνεκλεκτή, καὶ Μάρκος ὁ υἱός μου. 13 U groet de medeuitverkoren gemeente die in Babylon is, en Markus, mijn zoon.
14 ἀσπάσασθε ἀλλήλους ἐν φιλήματι ἀγάπης. Εἰρήνη ὑμῖν πᾶσι τοῖς ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ. ἀμήν. 14 Groet elkander qmet een kus der liefde. Vrede zij u allen die in Christus Jezus zijt. Amen. q Rom. 16:16. 1 Kor. 16:20. 2 Kor. 13:12. 1 Thess. 5:26. verwijsteksten

Einde 1 Petrus 5