Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

1 Petrus 1 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Πέτρου τοῦ ἀποστόλου ἐπιστολὴ καθολικὴ πρώτη

De eerste algemene zendbrief van den apostel Petrus

1 Petrus 1

 Opschrift en zegengroet
1 Πέτρος, ἀπόστολος Ἰησοῦ Χριστοῦ, ἐκλεκτοῖς παρεπιδήμοις διασπορᾶς Πόντου, Γαλατίας, Καππαδοκίας, Ἀσίας, καὶ Βιθυνίας, 1 PETRUS, een apostel van JEZUS CHRISTUS, aan de vreemdelingen, averstrooid in Pontus, Galátië, Cappadócië, Azië en Bithynië, a Jak. 1:1. verwijsteksten
2 κατὰ πρόγνωσιν Θεοῦ Πατρός, ἐν ἁγιασμῷ Πνεύματος, εἰς ὑπακοὴν καὶ ῥαντισμὸν αἵματος Ἰησοῦ Χριστοῦ· χάρις ὑμῖν καὶ εἰρήνη πληθυνθείη. 2 De uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en bbesprenging des bloeds van Jezus Christus: cGenade en vrede zij u dvermenigvuldigd. b Hebr. 12:24. c Rom. 1:7. 1 Kor. 1:3. Gal. 1:3. Ef. 1:2. d 2 Petr. 1:2. Jud. vs. 2. verwijsteksten
  
De hoop der zaligheid
3 Εὐλογητὸς ὁ Θεὸς καὶ Πατὴρ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, ὁ κατὰ τὸ πολὺ αὐτοῦ ἔλεος ἀναγεννήσας *ἡμᾶς εἰς ἐλπίδα ζῶσαν δι’ ἀναστάσεως Ἰησοῦ Χριστοῦ ἐκ νεκρῶν,
* ἡμᾶς St, B, Sc, M | ὑμᾶς Elz
3 eGeloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, fDie naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, gdoor de opstanding van Jezus Christus uit de doden; e 2 Kor. 1:3. Ef. 1:3. f Rom. 6:23. Jak. 1:18. g 1 Kor. 15:20. verwijsteksten
4 εἰς κληρονομίαν ἄφθαρτον καὶ ἀμίαντον καὶ ἀμάραντον, τετηρημένην ἐν οὐρανοῖς εἰς *ὑμᾶς,
* ὑμᾶς B-edd, Sc, M | ἡμᾶς St, B-edd, Elz
4 Tot een onverderfelijke en onbevlekkelijke en onverwelkelijke erfenis, hdie in de hemelen bewaard is voor u, h Kol. 1:5. 2 Tim. 1:12. verwijsteksten
5 τοὺς ἐν δυνάμει Θεοῦ φρουρουμένους διὰ πίστεως εἰς σωτηρίαν ἑτοίμην ἀποκαλυφθῆναι ἐν καιρῷ ἐσχάτῳ. 5 Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is om geopenbaard te worden in den laatsten tijd.
6 ἐν ᾧ ἀγαλλιᾶσθε, ὀλίγον ἄρτι (εἰ δέον ἐστί) λυπηθέντες ἐν ποικίλοις πειρασμοῖς, 6 iIn Welken gij u verheugt, knu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen; i Rom. 5:3. Jak. 1:2. k Hebr. 10:37. 1 Petr. 5:10. verwijsteksten
7 ἵνα τὸ δοκίμιον ὑμῶν τῆς πίστεως πολὺ τιμιώτερον χρυσίου τοῦ ἀπολλυμένου, διὰ πυρὸς δὲ δοκιμαζομένου, εὑρεθῇ εἰς ἔπαινον καὶ τιμὴν καὶ δόξαν ἐν ἀποκαλύψει Ἰησοῦ Χριστοῦ· 7 lOpdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus; l Jes. 48:10. 1 Kor. 3:13. Jak. 1:3. 1 Petr. 4:12. verwijsteksten
8 ὃν οὐκ *ἰδόντες ἀγαπᾶτε, εἰς ὃν ἄρτι μὴ ὁρῶντες, πιστεύοντες δέ, ἀγαλλιᾶσθε χαρᾷ ἀνεκλαλήτῳ καὶ δεδοξασμένῃ,
* ἰδόντες B-edd, Sc | εἰδότες St, B-edd, Elz, M (SV-kt)
8 mDenwelken gij niet gezien hebt en nochtans liefhebt; in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde; m Joh. 20:29. verwijsteksten
9 κομιζόμενοι τὸ τέλος τῆς πίστεως ὑμῶν, σωτηρίαν ψυχῶν. 9 Verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen.
10 περὶ ἧς σωτηρίας ἐξεζήτησαν καὶ ἐξηρεύνησαν προφῆται οἱ περὶ τῆς εἰς ὑμᾶς χάριτος προφητεύσαντες· 10 Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben nde profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied, n Gen. 49:10. Dan. 2:44. Hagg. 2:8. Zach. 6:12. verwijsteksten
11 ἐρευνῶντες εἰς τίνα ἢ ποῖον καιρὸν ἐδήλου τὸ ἐν αὐτοῖς Πνεῦμα Χριστοῦ, προμαρτυρόμενον τὰ εἰς Χριστὸν παθήματα, καὶ τὰς μετὰ ταῦτα δόξας. 11 oOnderzoekende op welken of hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en tevoren getuigde phet lijden dat op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende; o Dan. 9:24. p Ps. 22:7. Jes. 53:3. verwijsteksten
12 οἷς ἀπεκαλύφθη ὅτι οὐχ ἑαυτοῖς, ἡμῖν δὲ διηκόνουν αὐτά, ἃ νῦν ἀνηγγέλη ὑμῖν διὰ τῶν εὐαγγελισαμένων ὑμᾶς ἐν Πνεύματι Ἁγίῳ ἀποσταλέντι ἀπ’ οὐρανοῦ, εἰς ἃ ἐπιθυμοῦσιν ἄγγελοι παρακύψαι. 12 Denwelken geopenbaard is dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen die u het Evangelie verkondigd hebben qdoor den Heiligen Geest, Die van den hemel gezonden is; rin welke dingen de engelen begerig zijn in te zien. q Hand. 2:4. r Ef. 3:10. verwijsteksten
  
Opwekking tot een heiligen wandel
13 Διὸ ἀναζωσάμενοι τὰς ὀσφύας τῆς διανοίας ὑμῶν, νήφοντες, τελείως ἐλπίσατε ἐπὶ τὴν φερομένην ὑμῖν χάριν ἐν ἀποκαλύψει Ἰησοῦ Χριστοῦ· 13 sDaarom, opschortende de lendenen uws verstands, en nuchter zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. s Luk. 12:35. Ef. 6:14. verwijsteksten
14 ὡς τέκνα ὑπακοῆς, μὴ συσχηματιζόμενοι ταῖς πρότερον ἐν τῇ ἀγνοίᾳ ὑμῶν ἐπιθυμίαις, 14 Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden die tevoren in uw onwetendheid waren;
15 ἀλλὰ κατὰ τὸν καλέσαντα ὑμᾶς ἅγιον καὶ αὐτοὶ ἅγιοι ἐν πάσῃ ἀναστροφῇ γενήθητε· 15 Maar gelijk Hij Die u geroepen heeft, heilig is, tzo wordt ook gij zelven heilig in al uw wandel; t Luk. 1:75. verwijsteksten
16 διότι γέγραπται, Ἅγιοι γένεσθε, ὅτι ἐγὼ ἅγιός εἰμι. 16 Daarom dat er geschreven is: vZijt heilig, want Ik ben heilig. v Lev. 11:44, 45; 19:2; 20:7. verwijsteksten
17 καὶ εἰ Πατέρα ἐπικαλεῖσθε τὸν ἀπροσωπολήπτως κρίνοντα κατὰ τὸ ἑκάστου ἔργον, ἐν φόβῳ τὸν τῆς παροικίας ὑμῶν χρόνον ἀναστράφητε· 17 En indien gij tot een Vader aanroept Dengene xDie zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning; x Deut. 10:17. 2 Kron. 19:7. Job 34:19. Hand. 10:34. Rom. 2:11. Gal. 2:6. Ef. 6:9. Kol. 3:25. verwijsteksten
18 εἰδότες ὅτι οὐ φθαρτοῖς, ἀργυρίῳ ἢ χρυσίῳ, ἐλυτρώθητε ἐκ τῆς ματαίας ὑμῶν ἀναστροφῆς πατροπαραδότου, 18 yWetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdelen wandel, die u van de vaderen overgeleverd is, y 1 Kor. 6:20; 7:23. verwijsteksten
19 ἀλλὰ τιμίῳ αἵματι ὡς ἀμνοῦ ἀμώμου καὶ ἀσπίλου Χριστοῦ, 19 Maar zdoor het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam; z Hand. 20:28. Hebr. 9:12. Openb. 1:5. verwijsteksten
20 προεγνωσμένου μὲν πρὸ καταβολῆς κόσμου, φανερωθέντος δὲ ἐπ’ ἐσχάτων τῶν χρόνων δι’ ὑμᾶς, 20 Dewelke wel avoorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, a Rom. 16:25. Ef. 1:9; 3:9. Kol. 1:26. 2 Tim. 1:9. Tit. 1:2. verwijsteksten
21 τοὺς δι’ αὐτοῦ πιστεύοντας εἰς Θεόν, τὸν ἐγείραντα αὐτὸν ἐκ νεκρῶν, καὶ δόξαν αὐτῷ δόντα, ὥστε τὴν πίστιν ὑμῶν καὶ ἐλπίδα εἶναι εἰς Θεόν. 21 Die door Hem gelooft in God, Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, ben Hem heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw geloof en hoop op God zijn zou. b Hand. 2:33. Filipp. 2:9. verwijsteksten
22 τὰς ψυχὰς ὑμῶν ἡγνικότες ἐν τῇ ὑπακοῇ τῆς ἀληθείας διὰ Πνεύματος εἰς φιλαδελφίαν ἀνυπόκριτον, ἐκ καθαρᾶς καρδίας ἀλλήλους ἀγαπήσατε ἐκτενῶς· 22 Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, ctot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; c Rom. 12:10. Ef. 4:3. Hebr. 13:1. 1 Petr. 2:17. verwijsteksten
23 ἀναγεγεννημένοι οὐκ ἐκ σπορᾶς φθαρτῆς, ἀλλὰ ἀφθάρτου, διὰ λόγου ζῶντος Θεοῦ καὶ μένοντος εἰς τὸν αἰῶνα. 23 Gij die dwedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk ezaad, door het levende en eeuwigblijvende Woord Gods. d Jak. 1:18. e 1 Joh. 3:9. verwijsteksten
24 διότι πᾶσα σὰρξ ὡς χόρτος, καὶ πᾶσα δόξα ἀνθρώπου ὡς ἄνθος χόρτου. ἐξηράνθη ὁ χόρτος, καὶ τὸ ἄνθος αὐτοῦ ἐξέπεσε· 24 fWant alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen; f Jes. 40:6. 1 Kor. 7:31. Jak. 1:10; 4:14. 1 Joh. 2:17. verwijsteksten
25 τὸ δὲ ῥῆμα Κυρίου μένει εἰς τὸν αἰῶνα. τοῦτο δέ ἐστι τὸ ῥῆμα τὸ εὐαγγελισθὲν εἰς ὑμᾶς. 25 Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is.

Einde 1 Petrus 1