Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Titus 2 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Titus 2

 Christelijke levenswandel
1 Σὺ δὲ λάλει ἃ πρέπει τῇ ὑγιαινούσῃ διδασκαλίᾳ· 1 DOCH gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt.
2 πρεσβύτας νηφαλίους εἶναι, σεμνούς, σώφρονας, ὑγιαίνοντας τῇ πίστει, τῇ ἀγάπῃ, τῇ ὑπομονῇ· 2 Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid.
3 πρεσβύτιδας ὡσαύτως ἐν καταστήματι ἱεροπρεπεῖς, μὴ διαβόλους, μὴ οἴνῳ πολλῷ δεδουλωμένας, καλοδιδασκάλους, 3 De oude vrouwen insgelijks, adat zij in haar dracht zijn gelijk den heiligen betaamt, dat zij bgeen lasteraarsters zijn, zich niet tot veel wijn begevende, maar leraressen zijn van het goede; a 1 Tim. 2:9. 1 Petr. 3:3. b 1 Tim. 5:13. verwijsteksten
4 ἵνα σωφρονίζωσι τὰς νέας φιλάνδρους εἶναι, φιλοτέκνους, 4 Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen lief te hebben,
5 σώφρονας, ἁγνάς, οἰκουρούς, ἀγαθάς, ὑποτασσομένας τοῖς ἰδίοις ἀνδράσιν, ἵνα μὴ ὁ λόγος τοῦ Θεοῦ βλασφημῆται· 5 Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te zijn, chaar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde. c Gen. 3:16. 1 Kor. 14:34. Ef. 5:22. Kol. 3:18. 1 Petr. 3:1. verwijsteksten
6 τοὺς νεωτέρους ὡσαύτως παρακάλει σωφρονεῖν· 6 Vermaan de jonge mannen insgelijks dat zij matig zijn.
7 περὶ πάντα σεαυτὸν παρεχόμενος τύπον καλῶν ἔργων, ἐν τῇ διδασκαλίᾳ ἀδιαφθορίαν, *σεμνότητα, ἀφθαρσίαν,
* σεμνότητα, ἀφθαρσίαν St, Sc, M | σεμνότητα B, Elz
7 dBetoon uzelven in alles een voorbeeld van goede werken; betoon in de leer onvervalstheid, deftigheid, oprechtheid, d 1 Tim. 4:12. 1 Petr. 5:3. verwijsteksten
8 λόγον ὑγιῆ, ἀκατάγνωστον, ἵνα ὁ ἐξ ἐναντίας ἐντραπῇ, μηδὲν ἔχων περὶ ὑμῶν λέγειν φαῦλον. 8 Het woord gezond, en onverwerpelijk, eopdat degene die daartegen is, beschaamd worde en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen. e 1 Petr. 2:12, 15; 3:16. verwijsteksten
9 δούλους ἰδίοις δεσπόταις ὑποτάσσεσθαι, ἐν πᾶσιν εὐαρέστους εἶναι, μὴ ἀντιλέγοντας, 9 fVermaan de dienstknechten dat zij hun eigen heren onderdanig zijn, dat zij in alles welbehaaglijk zijn, niet tegensprekende; f Ef. 6:5. Kol. 3:22. 1 Tim. 6:1, 2. 1 Petr. 2:18. verwijsteksten
10 μὴ νοσφιζομένους, ἀλλὰ πίστιν πᾶσαν ἐνδεικνυμένους ἀγαθήν, ἵνα τὴν διδασκαλίαν τοῦ σωτῆρος *ἡμῶν Θεοῦ κοσμῶσιν ἐν πᾶσιν.
* ἡμῶν B, Elz, Sc, M | ὑμῶν St
10 Niet onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende; opdat zij de leer van God onzen Zaligmaker in alles mogen versieren.
  
De zaligmakende genade Gods
11 ἐπεφάνη γὰρ ἡ χάρις τοῦ Θεοῦ ἡ σωτήριος πᾶσιν ἀνθρώποις, 11 Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen,
12 παιδεύουσα ἡμᾶς ἵνα, ἀρνησάμενοι τὴν ἀσέβειαν καὶ τὰς κοσμικὰς ἐπιθυμίας, σωφρόνως καὶ δικαίως καὶ εὐσεβῶς ζήσωμεν ἐν τῷ νῦν αἰῶνι, 12 En onderwijst ons gdat wij de goddeloosheid en hde wereldse begeerlijkheden verzakende, matiglijk en rechtvaardiglijk en godzaliglijk leven zouden in deze tegenwoordige wereld; g Ef. 1:4. Kol. 1:22. 2 Tim. 1:9. h 1 Joh. 2:16. verwijsteksten
13 προσδεχόμενοι τὴν μακαρίαν ἐλπίδα καὶ ἐπιφάνειαν τῆς δόξης τοῦ μεγάλου Θεοῦ καὶ σωτῆρος ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, 13 iVerwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus; i 1 Kor. 1:7. Filipp. 3:20. verwijsteksten
14 ὃς ἔδωκεν ἑαυτὸν ὑπὲρ ἡμῶν, ἵνα λυτρώσηται ἡμᾶς ἀπὸ πάσης ἀνομίας, καὶ καθαρίσῃ ἑαυτῷ λαὸν περιούσιον, ζηλωτὴν καλῶν ἔργων. 14 kDie Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, lijverig in goede werken. k Gal. 1:4; 2:20. Ef. 5:2. Hebr. 9:14. l Ef. 2:10. verwijsteksten
15 Ταῦτα λάλει, καὶ παρακάλει, καὶ ἔλεγχε μετὰ πάσης ἐπιταγῆς. μηδείς σου περιφρονείτω. 15 Spreek dit, en vermaan en bestraf met allen ernst. mDat niemand u verachte. m 1 Tim. 4:12. verwijsteksten

Einde Titus 2