Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

2 Thessalonicenzen 1 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Παύλου τοῦ ἀποστόλου ἡ πρὸς Θεσσαλονικεῖς ἐπιστολὴ δευτέρα

De tweede zendbrief van den apostel Paulus aan de Thessalonicenzen

2 Thessalonicenzen 1

1 Na het gewoonlijke opschrift van den zendbrief, 3 Dankt de apostel God over hun overvloedig toenemen in geloof, liefde en verdraagzaamheid in de verdrukkingen. 6 Betuigt dat God hun verdrukkers zal straffen, maar hen verlossen en verkwikken in den dag der heerlijke toekomst van Christus, dien hij breder beschrijft. 11 Bidt God dat Hij hen nog meer in het goede versterke. 12 Opdat de Naam van Christus in hen te meer verheerlijkt worde.
  
Opschrift en zegengroet
1 Παῦλος καὶ Σιλουανὸς καὶ Τιμόθεος τῇ ἐκκλησίᾳ Θεσσαλονικέων ἐν Θεῷ Πατρὶ ἡμῶν καὶ Κυρίῳ Ἰησοῦ Χριστῷ· 1 PAULUS en 1Silvánus en Timótheüs aan de gemeente der Thessalonicenzen, welke is 2in God onzen Vader en den Heere Jezus Christus:
1 Dat is, Silas. Zie het eerste vers van den voorgaanden zendbrief.
2 Zie de aant. op het eerste vers van den voorgaanden zendbrief.
   
2 χάρις ὑμῖν καὶ εἰρήνη ἀπὸ Θεοῦ Πατρὸς ἡμῶν καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ. 2 a3Genade zij u en vrede van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus.
a 1 Kor. 1:3. 1 Thess. 1:1. 1 Petr. 1:2. verwijsteksten
3 Hiervan zie in de beginselen van de voorgaande zendbrieven.
  
Dankzegging en gebed
3 Εὐχαριστεῖν ὀφείλομεν τῷ Θεῷ πάντοτε περὶ ὑμῶν, ἀδελφοί, καθὼς ἄξιόν ἐστιν, ὅτι ὑπεραυξάνει ἡ πίστις ὑμῶν, καὶ πλεονάζει ἡ ἀγάπη ἑνὸς ἑκάστου πάντων ὑμῶν εἰς ἀλλήλους· 3 bWij moeten God allen tijd danken over u, broeders, gelijk 4billijk is, omdat uw geloof 5zeer wast, en dat de liefde van een iegelijk van u allen jegens elkander overvloedig wordt,
b Ef. 1:15. Filipp. 1:3. Kol. 1:3. 1 Thess. 1:2. verwijsteksten
4 Gr. waardig, dat is, billijk of betamelijk. Zie Matth. 3:8. Hand. 26:20. verwijsteksten
5 Gr. overwast, namelijk boven hetgeen het tevoren geweest is.
   
4 ὥστε ἡμᾶς αὐτοὺς ἐν ὑμῖν καυχᾶσθαι ἐν ταῖς ἐκκλησίαις τοῦ Θεοῦ ὑπὲρ τῆς ὑπομονῆς ὑμῶν καὶ πίστεως ἐν πᾶσι τοῖς διωγμοῖς ὑμῶν καὶ ταῖς θλίψεσιν αἷς ἀνέχεσθε· 4 Alzo dat wij zelven c6van u roemen in de gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt:
c 1 Thess. 2:19. verwijsteksten
6 Gr. in u roemen, dat is, u prijzen en God danken vanwege Zijn zegen over u, en u voorstellen aan de andere gemeenten tot een voorbeeld der navolging.
   
5 ἔνδειγμα τῆς δικαίας κρίσεως τοῦ Θεοῦ, εἰς τὸ καταξιωθῆναι ὑμᾶς τῆς βασιλείας τοῦ Θεοῦ, ὑπὲρ ἧς καὶ πάσχετε· 5 d7Een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel, opdat gij 8waardig geacht wordt het Koninkrijk Gods, evoor hetwelk gij ook lijdt;
d Jud. vs. 6. verwijsteksten
7 Dat is, hetwelk een bewijs is, dat Gods rechtvaardig oordeel eens over de wereld zal komen, overmits de vromen hier moeten lijden en de goddelozen de overhand hebben. Zie ook Filipp. 1:28. verwijsteksten
8 Of: waardig gemaakt, namelijk van God uit genade, gelijk hierna vers 11 wordt verklaard, en hiervoor Kol. 1:12. Niet dan omdat de verdraagzaamheid der vervolgingen zulks in zichzelve waardig is, of verdient, want dat ontkent de apostel uitdrukkelijk, Rom. 8:18, maar omdat God Zijn kinderen in Christus dit Koninkrijk genadiglijk waardig acht of maakt, als die in het lijden aan Christus gelijkgemaakt worden, opdat zij ook daarna in Zijn heerlijkheid Hem gelijk mogen worden, Rom. 8:17. 2 Tim. 2:12. Openb. 3:21. verwijsteksten
e 1 Thess. 2:14. verwijsteksten
   
6 εἴπερ δίκαιον παρὰ Θεῷ ἀνταποδοῦναι τοῖς θλίβουσιν ὑμᾶς θλίψιν, 6 fAlzo het recht is bij God, verdrukking te vergelden dengenen die u verdrukken,
f Zach. 2:8. verwijsteksten
   
7 καὶ ὑμῖν τοῖς θλιβομένοις ἄνεσιν μεθ’ ἡμῶν, ἐν τῇ ἀποκαλύψει τοῦ Κυρίου Ἰησοῦ ἀπ’ οὐρανοῦ μετ’ ἀγγέλων δυνάμεως αὐτοῦ, 7 En 9u die verdrukt wordt, verkwikking 10met ons, gin de 11openbaring van den Heere Jezus van den hemel 12met de engelen Zijner kracht,
9 Namelijk is het recht bij God verkwikking te vergelden. Hetwelk alzo niet moet verstaan worden, alsof zulke verdrukkingen en kastijdingen der gelovigen deze verkwikking verdienden en waardig waren voor God, gelijk de verdrukkers de rechtvaardige straf Gods verdienen en waardig zijn. Want het tegendeel betuigt ons Gods Woord doorgaans. Zie Jes. 47:6, enz.; 51:21. Dan. 9:16. Hebr. 12:6, 7. 1 Petr. 4:16, 17, enz. Maar omdat den gelovigen zulk lijden van de verdrukkers aangedaan wordt om Christus’ en der gerechtigheid wil, waarover God hun zulke beloningen van verkwikking belooft uit genade, Matth. 5:11, 12. 1 Petr. 4:14, enz. En omdat God rechtvaardig en getrouw is in het volbrengen van Zijn genadige beloften, zo wordt gezegd dat het recht of rechtvaardig is bij God dat Hij zulks doet, gelijk het woord recht en rechtvaardig ook elders voor deze getrouwheid en waarheid Gods wordt genomen. Zie Ps. 143:1. 1 Joh. 1:9. verwijsteksten
10 Namelijk apostelen van Jezus Christus, die zulke belofte van Christus ook bijzonderlijk hebben ontvangen, Matth. 19:28. verwijsteksten
g 1 Thess. 4:16. verwijsteksten
11 Dat is, openbare toekomst, Matth. 24:30. verwijsteksten
12 Dat is, met Zijn krachtige engelen, waardoor Hij Zijn oordelen krachtiglijk zal uitvoeren, Ps. 103:20. Matth. 13:41, 42; 24:31. verwijsteksten
   
8 ἐν πυρὶ φλογός, διδόντος ἐκδίκησιν τοῖς μὴ εἰδόσι Θεόν, καὶ τοῖς μὴ ὑπακούουσι τῷ εὐαγγελίῳ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ· 8 h13Met vlammend vuur wraak doende iover degenen die God 14niet kennen, en over degenen die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus 15niet gehoorzaam zijn;
h 2 Petr. 3:7. verwijsteksten
13 Gr. In het vuur der vlam wraak gevende. Een Hebreeuwse wijze van spreken, gelijk tevoren engelen Zijner kracht. Zie een nadere beschrijving daarvan Ps. 50:2, enz. verwijsteksten
i Rom. 2:8. verwijsteksten
14 Namelijk als het behoort, en daarom ook niet liefhebben noch op Hem betrouwen.
15 Dat is, niet geloven, en naar hetzelve hun leven niet aanstellen.
   
9 οἵτινες δίκην τίσουσιν, ὄλεθρον αἰώνιον ἀπὸ προσώπου τοῦ Κυρίου καὶ ἀπὸ τῆς δόξης τῆς ἰσχύος αὐτοῦ, 9 kDewelke zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, 16van het aangezicht des Heeren en van 17de heerlijkheid Zijner sterkte,
k Jes. 2:19. verwijsteksten
16 Dat is, óf dat het toornig aangezicht van Christus, den Rechter, hun dit verderf zal aandoen; óf dat zij hetzelve zullen lijden, van het aangezicht van Christus verstoten zijnde. Zie Matth. 25:41. verwijsteksten
17 Dat is, Zijn sterke heerlijkheid, gelijk tevoren vers 8. Ef. 1:7. verwijsteksten
   
10 ὅταν ἔλθῃ ἐνδοξασθῆναι ἐν τοῖς ἁγίοις αὐτοῦ, καὶ θαυμασθῆναι ἐν πᾶσι τοῖς πιστεύουσιν (ὅτι ἐπιστεύθη τὸ μαρτύριον ἡμῶν ἐφ’ ὑμᾶς) ἐν τῇ ἡμέρᾳ ἐκείνῃ. 10 lWanneer Hij zal gekomen zijn om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en 18wonderbaar te worden in allen die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) 19in dien dag.
l Hand. 1:11. 1 Thess. 1:10. Openb. 1:7. verwijsteksten
18 Dat is, Zijn wonderlijke kracht en goedheid in de verheerlijking Zijner gelovigen te bewijzen.
19 Namelijk der openbaring van Christus, gelijk vers 7. verwijsteksten
   
11 εἰς ὃ καὶ προσευχόμεθα πάντοτε περὶ ὑμῶν, ἵνα ὑμᾶς ἀξιώσῃ τῆς κλήσεως ὁ Θεὸς ἡμῶν, καὶ πληρώσῃ πᾶσαν εὐδοκίαν ἀγαθωσύνης καὶ ἔργον πίστεως ἐν δυνάμει· 11 Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u 20waardig achte 21der roeping en vervulle al 22het welbehagen Zijner goedheid, en 23het werk des geloofs 24met kracht;
20 Of: waardig make. Zie vers 5. verwijsteksten
21 Dat is, der heerlijkheid waartoe gij geroepen zijt; want zij waren al tevoren krachtiglijk tot het geloof geroepen en gebracht.
22 Dat is, al hetgeen Hij naar Zijn welbehagen en goedheid over u heeft besloten. Zie Matth. 25:34, enz. Luk. 12:32. verwijsteksten
23 Dat is, het geloof dat Hij in u gewrocht heeft, Filipp. 1:6. 1 Thess. 1:3. verwijsteksten
24 Dat is, krachtiglijk, of: door Zijn kracht.
   
12 ὅπως ἐνδοξασθῇ τὸ ὄνομα τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ ἐν ὑμῖν, καὶ ὑμεῖς ἐν αὐτῷ, κατὰ τὴν χάριν τοῦ Θεοῦ ἡμῶν καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ. 12 Opdat 25de Naam van onzen Heere Jezus Christus 26verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar 27de genade van onzen God en den Heere Jezus Christus.
25 Dat is, Jezus Christus met al Zijn eigenschappen, gelijk Filipp. 2:10. verwijsteksten
26 Dat is, heerlijk bekend en geroemd.
27 Dat is, naar de mate der genade of gave van Christus, gelijk hij spreekt Ef. 4:7. verwijsteksten

Einde 2 Thessalonicenzen 1