Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

1 Thessalonicenzen 3 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

1 Thessalonicenzen 3

1 Διὸ μηκέτι στέγοντες, εὐδοκήσαμεν καταλειφθῆναι ἐν Ἀθήναις μόνοι, 1 DAAROM, deze begeerte niet langer kunnende verdragen, hebben wij gaarne willen te Athene alleen gelaten worden,
2 καὶ ἐπέμψαμεν Τιμόθεον τὸν ἀδελφὸν ἡμῶν καὶ διάκονον τοῦ Θεοῦ καὶ συνεργὸν ἡμῶν ἐν τῷ εὐαγγελίῳ τοῦ Χριστοῦ, εἰς τὸ στηρίξαι ὑμᾶς καὶ παρακαλέσαι ὑμᾶς περὶ τῆς πίστεως ὑμῶν, 2 En hebben gezonden aTimótheüs, onzen broeder, en Gods dienaar, en onzen medearbeider in het Evangelie van Christus, om u te versterken en u te vermanen van uw geloof, a Hand. 16:1. Rom. 16:21. Filipp. 2:19. verwijsteksten
3 τῷ μηδένα σαίνεσθαι ἐν ταῖς θλίψεσι ταύταις· αὐτοὶ γὰρ οἴδατε ὅτι εἰς τοῦτο κείμεθα. 3 bOpdat niemand bewogen worde in deze verdrukkingen; want gij weet zelven cdat wij hiertoe gesteld zijn. b Ef. 3:13. Filipp. 1:14. c Hand. 14:22. 2 Tim. 3:12. verwijsteksten
4 καὶ γὰρ ὅτε πρὸς ὑμᾶς ἦμεν, προελέγομεν ὑμῖν ὅτι μέλλομεν θλίβεσθαι, καθὼς καὶ ἐγένετο καὶ οἴδατε. 4 Want ook toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden, gelijk ook geschied is, en gij weet het.
5 διὰ τοῦτο κἀγώ, μηκέτι στέγων, ἔπεμψα εἰς τὸ γνῶναι τὴν πίστιν ὑμῶν, μή πως ἐπείρασεν ὑμᾶς ὁ πειράζων, καὶ εἰς κενὸν γένηται ὁ κόπος ἡμῶν. 5 Daarom ook, deze begeerte niet langer kunnende verdragen, heb ik hem gezonden om uw geloof te verstaan, of niet misschien de verzoeker u zou verzocht hebben en onze arbeid ijdel zou wezen.
6 ἄρτι δὲ ἐλθόντος Τιμοθέου πρὸς ἡμᾶς ἀφ’ ὑμῶν, καὶ εὐαγγελισαμένου ἡμῖν τὴν πίστιν καὶ τὴν ἀγάπην ὑμῶν, καὶ ὅτι ἔχετε μνείαν ἡμῶν ἀγαθὴν πάντοτε, ἐπιποθοῦντες ἡμᾶς ἰδεῖν, καθάπερ καὶ ἡμεῖς ὑμᾶς· 6 Maar als Timótheüs nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden,
7 διὰ τοῦτο παρεκλήθημεν, ἀδελφοί, ἐφ’ ὑμῖν ἐπὶ πάσῃ τῇ θλίψει καὶ ἀνάγκῃ ἡμῶν διὰ τῆς ὑμῶν πίστεως· 7 Zo zijn wij daarom, broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof;
8 ὅτι νῦν ζῶμεν, ἐὰν ὑμεῖς στήκητε ἐν Κυρίῳ. 8 Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere.
9 τίνα γὰρ εὐχαριστίαν δυνάμεθα τῷ Θεῷ ἀνταποδοῦναι περὶ ὑμῶν, ἐπὶ πάσῃ τῇ χαρᾷ ᾗ χαίρομεν δι’ ὑμᾶς ἔμπροσθεν τοῦ Θεοῦ ἡμῶν, 9 Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven voor u, vanwege al de blijdschap waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor onzen God?
10 νυκτὸς καὶ ἡμέρας ὑπὲρ ἐκ περισσοῦ δεόμενοι εἰς τὸ ἰδεῖν ὑμῶν τὸ πρόσωπον, καὶ καταρτίσαι τὰ ὑστερήματα τῆς πίστεως ὑμῶν; 10 dNacht en dag zeer overvloediglijk biddende om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken hetgeen aan uw geloof ontbreekt. d Rom. 1:10, 11; 15:23. 2 Tim. 1:4. verwijsteksten
11 Αὐτὸς δὲ ὁ Θεὸς καὶ Πατὴρ ἡμῶν, καὶ ὁ Κύριος ἡμῶν Ἰησοῦς Χριστός, κατευθύναι τὴν ὁδὸν ἡμῶν πρὸς ὑμᾶς· 11 Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus, richte onzen weg tot u.
12 ὑμᾶς δὲ ὁ Κύριος πλεονάσαι καὶ περισσεύσαι τῇ ἀγάπῃ εἰς ἀλλήλους καὶ εἰς πάντας, καθάπερ καὶ ἡμεῖς εἰς ὑμᾶς, 12 En de Heere vermeerdere u en make u overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u;
13 εἰς τὸ στηρίξαι ὑμῶν τὰς καρδίας ἀμέμπτους ἐν ἁγιωσύνῃ, ἔμπροσθεν τοῦ Θεοῦ καὶ Πατρὸς ἡμῶν, ἐν τῇ παρουσίᾳ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ μετὰ πάντων τῶν ἁγίων αὐτοῦ. 13 eOpdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen. e 1 Kor. 1:8. 1 Thess. 5:23. 2 Thess. 2:17. verwijsteksten

Einde 1 Thessalonicenzen 3