Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Filippenzen 3 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Filippenzen 3

 Alles verwerpelijk om Christus
1 Τὸ λοιπόν, ἀδελφοί μου, χαίρετε ἐν Κυρίῳ. τὰ αὐτὰ γράφειν ὑμῖν, ἐμοὶ μὲν οὐκ ὀκνηρόν, ὑμῖν δὲ ἀσφαλές. 1 VOORTS, mijne broeders, averblijdt u in den Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven is mij niet verdrietig, en het is u zeker. a Filipp. 4:4. Jak. 1:2. 1 Petr. 4:13. verwijsteksten
2 βλέπετε τοὺς κύνας, βλέπετε τοὺς κακοὺς ἐργάτας, βλέπετε τὴν κατατομήν· 2 bZiet op de honden, ziet op de kwade arbeiders, ziet op de versnijding. b Jes. 56:10. verwijsteksten
3 ἡμεῖς γάρ ἐσμεν ἡ περιτομή, οἱ πνεύματι Θεῷ λατρεύοντες, καὶ καυχώμενοι ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ, καὶ οὐκ ἐν σαρκὶ πεποιθότες· 3 cWant wij zijn de besnijding, wij die dGod in den geest dienen, en in Christus Jezus roemen en niet in het vlees betrouwen; c Deut. 10:16; 30:6. Jer. 4:4. Rom. 2:29. Kol. 2:11. d Joh. 4:24. verwijsteksten
4 καίπερ ἐγὼ ἔχων πεποίθησιν καὶ ἐν σαρκί· εἴ τις δοκεῖ ἄλλος πεποιθέναι ἐν σαρκί, ἐγὼ μᾶλλον· 4 Hoewel ik heb dat ik ook in het vlees betrouwen mocht. Indien iemand anders meent te betrouwen in het vlees, eik nog meer: e 2 Kor. 11:21. verwijsteksten
5 περιτομὴ ὀκταήμερος, ἐκ γένους Ἰσραήλ, φυλῆς Βενιαμίν, Ἑβραῖος ἐξ Ἑβραίων, κατὰ νόμον Φαρισαῖος, 5 Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van fIsraël, van den stam van gBenjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, naar de wet heen farizeeër; f 2 Kor. 11:22. g Gen. 49:27. h Hand. 23:6. verwijsteksten
6 κατὰ ζῆλον διώκων τὴν ἐκκλησίαν, κατὰ δικαιοσύνην τὴν ἐν νόμῳ γενόμενος ἄμεμπτος. 6 Naar den ijver ieen vervolger der gemeente; naar de rechtvaardigheid die in de wet is, zijnde onberispelijk. i Hand. 8:3; 9:1; 22:3, 4. Gal. 1:13. 1 Tim. 1:13. verwijsteksten
7 ἀλλ’ ἅτινα ἦν μοι κέρδη, ταῦτα ἥγημαι διὰ τὸν Χριστὸν ζημίαν. 7 kMaar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus’ wil schade geacht. k Matth. 13:44. verwijsteksten
8 ἀλλὰ μενοῦνγε καὶ ἡγοῦμαι πάντα ζημίαν εἶναι διὰ τὸ ὑπερέχον τῆς γνώσεως Χριστοῦ Ἰησοῦ τοῦ Κυρίου μου· δι’ ὃν τὰ πάντα ἐζημιώθην, καὶ ἡγοῦμαι σκύβαλα εἶναι, ἵνα Χριστὸν κερδήσω, 8 Ja gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, lom de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen; l Jes. 53:11. Jer. 9:23. Joh. 17:3. Kol. 2:2. verwijsteksten
9 καὶ εὑρεθῶ ἐν αὐτῷ, μὴ ἔχων ἐμὴν δικαιοσύνην τὴν ἐκ νόμου, ἀλλὰ τὴν διὰ πίστεως Χριστοῦ, τὴν ἐκ Θεοῦ δικαιοσύνην ἐπὶ τῇ πίστει· 9 En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid mdie uit God is door het geloof; m Rom. 1:17; 3:21. verwijsteksten
10 τοῦ γνῶναι αὐτόν, καὶ τὴν δύναμιν τῆς ἀναστάσεως αὐτοῦ, καὶ τὴν κοινωνίαν τῶν παθημάτων αὐτοῦ, συμμορφούμενος τῷ θανάτῳ αὐτοῦ, 10 Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding nen de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende, n Rom. 8:17. 2 Kor. 4:10. 2 Tim. 2:11, 12. 1 Petr. 4:13. verwijsteksten
11 εἴ πως καταντήσω εἰς τὴν ἐξανάστασιν τῶν νεκρῶν. 11 Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.
12 οὐχ ὅτι ἤδη ἔλαβον, ἢ ἤδη τετελείωμαι· διώκω δέ, εἰ καὶ καταλάβω ἐφ’ ᾧ καὶ κατελήφθην ὑπὸ τοῦ Χριστοῦ Ἰησοῦ. 12 Niet dat ik het alrede gekregen heb of alrede volmaakt ben; maar ik jaag daarnaar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben.
13 ἀδελφοί, ἐγὼ ἐμαυτὸν οὐ λογίζομαι κατειληφέναι· 13 Broeders, ik acht niet dat ik zelf het gegrepen heb.
14 ἓν δέ, τὰ μὲν ὀπίσω ἐπιλανθανόμενος, τοῖς δὲ ἔμπροσθεν ἐπεκτεινόμενος, κατὰ σκοπὸν διώκω ἐπὶ τὸ βραβεῖον τῆς ἄνω κλήσεως τοῦ Θεοῦ ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ. 14 Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, ojaag ik naar het wit tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. o 1 Kor. 9:24. 2 Tim. 4:7. verwijsteksten
15 ὅσοι οὖν τέλειοι, τοῦτο φρονῶμεν· καὶ εἴ τι ἑτέρως φρονεῖτε, καὶ τοῦτο ὁ Θεὸς ὑμῖν ἀποκαλύψει· 15 Zovelen dan als wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; en indien gij iets anderszins gevoelt, ook dat zal u God openbaren.
16 πλὴν εἰς ὃ ἐφθάσαμεν, τῷ αὐτῷ στοιχεῖν κανόνι, τὸ αὐτὸ φρονεῖν. 16 Doch waar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin pnaar denzelven regel wandelen, qlaat ons hetzelfde gevoelen. p Gal. 6:16. q Rom. 12:16; 15:5. 1 Kor. 1:10. Filipp. 2:2. 1 Petr. 3:8. verwijsteksten
  
Christelijke levenswandel
17 Συμμιμηταί μου γίνεσθε, ἀδελφοί, καὶ σκοπεῖτε τοὺς οὕτω περιπατοῦντας, καθὼς ἔχετε τύπον ἡμᾶς. 17 Weest mede rmijn navolgers, broeders, en merkt op degenen die alzo wandelen, gelijk gij ons stot een voorbeeld hebt. r 1 Kor. 4:16; 11:1. 1 Thess. 1:6. s 2 Thess. 3:9. 1 Petr. 5:3. verwijsteksten
18 πολλοὶ γὰρ περιπατοῦσιν, οὓς πολλάκις ἔλεγον ὑμῖν, νῦν δὲ καὶ κλαίων λέγω, τοὺς ἐχθροὺς τοῦ σταυροῦ τοῦ Χριστοῦ· 18 tWant velen wandelen anders; van dewelke ik u dikmaals gezegd heb en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden van het kruis van Christus zijn; t Rom. 16:17. verwijsteksten
19 ὧν τὸ τέλος ἀπώλεια, ὧν ὁ θεὸς ἡ κοιλία, καὶ ἡ δόξα ἐν τῇ αἰσχύνῃ αὐτῶν, οἱ τὰ ἐπίγεια φρονοῦντες. 19 Welker einde is het verderf, welker god is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelke aardse dingen bedenken.
20 ἡμῶν *δὲ τὸ πολίτευμα ἐν οὐρανοῖς ὑπάρχει, ἐξ οὗ καὶ Σωτῆρα ἀπεκδεχόμεθα, Κύριον Ἰησοῦν Χριστόν·
* δὲ B-edd | γὰρ St, B-edd, Elz, Sc, M
20 vMaar onze wandel is in de hemelen, xwaaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus, v Hebr. 13:14. x 1 Kor. 1:7. 1 Thess. 1:10. Tit. 2:13. verwijsteksten
21 ὃς μετασχηματίσει τὸ σῶμα τῆς ταπεινώσεως ἡμῶν, εἰς τὸ γενέσθαι αὐτὸ σύμμορφον τῷ σώματι τῆς δόξης αὐτοῦ, κατὰ τὴν ἐνέργειαν τοῦ δύνασθαι αὐτὸν καὶ ὑποτάξαι ἑαυτῷ τὰ πάντα. 21 yDie ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen. y 1 Kor. 15:51. Kol. 3:4. 1 Joh. 3:2. verwijsteksten

Einde Filippenzen 3