Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Efeze 6 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Efeze 6

 Gehoorzaamheid
1 Τὰ τέκνα, ὑπακούετε τοῖς γονεῦσιν ὑμῶν ἐν Κυρίῳ· τοῦτο γάρ ἐστι δίκαιον. 1 GIJa kinderen, zijt uw ouders gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. a Kol. 3:20. verwijsteksten
2 Τίμα τὸν πατέρα σου καὶ τὴν μητέρα (ἥτις ἐστὶν ἐντολὴ πρώτη ἐν ἐπαγγελίᾳ), 2 bEer uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte), b Ex. 20:12. Deut. 5:16; 27:16. Matth. 15:4. Mark. 7:10. verwijsteksten
3 ἵνα εὖ σοι γένηται, καὶ ἔσῃ μακροχρόνιος ἐπὶ τῆς γῆς. 3 Opdat het u welga en dat gij lang leeft op de aarde.
4 καὶ οἱ πατέρες, μὴ παροργίζετε τὰ τέκνα ὑμῶν, ἀλλ’ ἐκτρέφετε αὐτὰ ἐν παιδείᾳ καὶ νουθεσίᾳ Κυρίου. 4 En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, cmaar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren. c Deut. 6:7, 20. Ps. 78:4. Spr. 19:18; 29:17. verwijsteksten
5 Οἱ δοῦλοι, ὑπακούετε τοῖς κυρίοις κατὰ σάρκα μετὰ φόβου καὶ τρόμου, ἐν ἁπλότητι τῆς καρδίας ὑμῶν, ὡς τῷ Χριστῷ· 5 dGij dienstknechten, zijt gehoorzaam uw heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus; d Kol. 3:22. 1 Tim. 6:1. Tit. 2:9. 1 Petr. 2:18. verwijsteksten
6 μὴ κατ’ ὀφθαλμοδουλείαν ὡς ἀνθρωπάρεσκοι, ἀλλ’ ὡς δοῦλοι τοῦ Χριστοῦ, ποιοῦντες τὸ θέλημα τοῦ Θεοῦ ἐκ ψυχῆς, 6 Niet naar ogendienst als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil Gods van harte;
7 μετ’ εὐνοίας δουλεύοντες *τῷ Κυρίῳ καὶ οὐκ ἀνθρώποις·
* τῷ St, B-edd, Elz, M-pt | ὡς τῷ B-edd, Sc, M-pt
7 Dienende met goedwilligheid den Heere en niet de mensen;
8 εἰδότες ὅτι ὃ ἐάν τι ἕκαστος ποιήσῃ ἀγαθόν, τοῦτο κομιεῖται παρὰ τοῦ Κυρίου, εἴτε δοῦλος, εἴτε ἐλεύθερος. 8 Wetende dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije.
9 καὶ οἱ κύριοι, τὰ αὐτὰ ποιεῖτε πρὸς αὐτούς, ἀνιέντες τὴν ἀπειλήν· εἰδότες ὅτι καὶ ὑμῶν αὐτῶν ὁ Κύριός ἐστιν ἐν οὐρανοῖς, καὶ προσωποληψία οὐκ ἔστι παρ’ αὐτῷ. 9 eEn gij heren, doet hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet dat ook uws zelfs Heere in de hemelen is, fen dat geen aanneming des persoons bij Hem is. e Kol. 4:1. f Deut. 10:17. 2 Kron. 19:7. Job 34:19. Hand. 10:34. Rom. 2:11. Gal. 2:6. Kol. 3:25. 1 Petr. 1:17. verwijsteksten
  
De geestelijke wapenrusting
10 Τὸ λοιπόν, ἀδελφοί μου, ἐνδυναμοῦσθε ἐν Κυρίῳ, καὶ ἐν τῷ κράτει τῆς ἰσχύος αὐτοῦ. 10 Voorts, mijne broeders, wordt krachtig in den Heere en in de sterkte Zijner macht.
11 ἐνδύσασθε τὴν πανοπλίαν τοῦ Θεοῦ, πρὸς τὸ δύνασθαι ὑμᾶς στῆναι πρὸς τὰς μεθοδείας τοῦ διαβόλου. 11 gDoet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. g Kol. 3:12. 1 Thess. 5:8. verwijsteksten
12 ὅτι οὐκ ἔστιν ἡμῖν ἡ πάλη πρὸς αἷμα καὶ σάρκα, ἀλλὰ πρὸς τὰς ἀρχάς, πρὸς τὰς ἐξουσίας, πρὸς τοὺς κοσμοκράτορας τοῦ σκότους τοῦ αἰῶνος τούτου, πρὸς τὰ πνευματικὰ τῆς πονηρίας ἐν τοῖς ἐπουρανίοις. 12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, htegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. h Ef. 2:2. verwijsteksten
13 διὰ τοῦτο ἀναλάβετε τὴν πανοπλίαν τοῦ Θεοῦ, ἵνα δυνηθῆτε ἀντιστῆναι ἐν τῇ ἡμέρᾳ τῇ πονηρᾷ, καὶ ἅπαντα κατεργασάμενοι στῆναι. 13 Daarom, neemt aan ide gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven. i 2 Kor. 10:4. verwijsteksten
14 στῆτε οὖν περιζωσάμενοι τὴν ὀσφὺν ὑμῶν ἐν ἀληθείᾳ, καὶ ἐνδυσάμενοι τὸν θώρακα τῆς δικαιοσύνης, 14 kStaat dan, uw lendenen omgord hebbende met de waarheid, len aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid, k Luk. 12:35. 1 Petr. 1:13. l Jes. 59:17. 2 Kor. 6:7. verwijsteksten
15 καὶ ὑποδησάμενοι τοὺς πόδας ἐν ἑτοιμασίᾳ τοῦ εὐαγγελίου τῆς εἰρήνης· 15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
16 ἐπὶ πᾶσιν ἀναλαβόντες τὸν θυρεὸν τῆς πίστεως, ἐν ᾧ δυνήσεσθε πάντα τὰ βέλη τοῦ πονηροῦ τὰ πεπυρωμένα σβέσαι. 16 Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
17 καὶ τὴν περικεφαλαίαν τοῦ σωτηρίου δέξασθε, καὶ τὴν μάχαιραν τοῦ Πνεύματος, ὅ ἐστι ῥῆμα Θεοῦ· 17 mEn neemt den helm der zaligheid, nen het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord; m Jes. 59:17. 1 Thess. 5:8. n Hebr. 4:12. Openb. 2:16. verwijsteksten
18 διὰ πάσης προσευχῆς καὶ δεήσεως προσευχόμενοι ἐν παντὶ καιρῷ ἐν πνεύματι, καὶ εἰς αὐτὸ τοῦτο ἀγρυπνοῦντες ἐν πάσῃ προσκαρτερήσει καὶ δεήσει περὶ πάντων τῶν ἁγίων, 18 Met alle bidding en smeking biddende ote allen tijde in den geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen; o Luk. 18:1. Rom. 12:12. Kol. 4:2. 1 Thess. 5:17. verwijsteksten
19 καὶ ὑπὲρ ἐμοῦ, ἵνα μοι δοθείη λόγος ἐν ἀνοίξει τοῦ στόματός μου ἐν παρρησίᾳ, γνωρίσαι τὸ μυστήριον τοῦ εὐαγγελίου, 19 En pvoor mij, opdat mij het woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid des Evangelies bekend te maken; p Hand. 4:29. 2 Thess. 3:1. verwijsteksten
20 ὑπὲρ οὗ πρεσβεύω ἐν ἁλύσει, ἵνα ἐν αὐτῷ παρρησιάσωμαι, ὡς δεῖ με λαλῆσαι. 20 qWaarover ik een gezant ben rin een keten, opdat ik in hetzelve vrijmoediglijk moge spreken, gelijk mij betaamt te spreken. q 2 Kor. 5:20. r Hand. 28:20. verwijsteksten
  
Mededeling en zegenbede
21 Ἵνα δὲ εἰδῆτε καὶ ὑμεῖς τὰ κατ’ ἐμέ, τί πράσσω, πάντα ὑμῖν γνωρίσει Τυχικὸς ὁ ἀγαπητὸς ἀδελφὸς καὶ πιστὸς διάκονος ἐν Κυρίῳ· 21 sEn opdat ook gij moogt weten hetgeen mij aangaat, en wat ik doe, dat alles zal u tTýchikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekendmaken; s Kol. 4:7. t Hand. 20:4. Kol. 4:7. Tit. 3:12. verwijsteksten
22 ὃν ἔπεμψα πρὸς ὑμᾶς εἰς αὐτὸ τοῦτο, ἵνα γνῶτε τὰ περὶ ἡμῶν, καὶ παρακαλέσῃ τὰς καρδίας ὑμῶν. 22 Denwelken ik te dienzelven einde vtot u gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten en hij uw harten zou vertroosten. v 2 Tim. 4:12. verwijsteksten
23 Εἰρήνη τοῖς ἀδελφοῖς καὶ ἀγάπη μετὰ πίστεως ἀπὸ Θεοῦ Πατρὸς καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ. 23 Vrede zij den broederen en liefde met geloof, van God den Vader en den Heere Jezus Christus.
24 ἡ χάρις μετὰ πάντων τῶν ἀγαπώντων τὸν Κύριον ἡμῶν Ἰησοῦν Χριστὸν ἐν *ἀφθαρσίᾳ. ἀμήν.
* ἀφθαρσίᾳ. ἀμήν St, B, Elz, M | ἀφθαρσίᾳ Sc
24 De genade zij met al degenen die onzen Heere Jezus Christus liefhebben in onverderfelijkheid. Amen.

Einde Efeze 6