Statenvertaling.nl

sample header image

Hebreeën 10 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Hebreeën 10

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

1 WANTa de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden die zij alle jaar geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen die daar toegaan. a Kol. 2:17. Hebr. 8:5. verwijsteksten
2 Anderszins zouden zij opgehouden hebben geofferd te worden, omdat degenen die den dienst pleegden, geen consciëntie meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;
3 Maar nu geschiedt in dezelve alle jaar weder gedachtenis der zonden.
4 bWant het is onmogelijk dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. b Lev. 16:14. Num. 19:4. Hebr. 9:13. verwijsteksten
5 Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: cSlachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; c Ps. 40:7. Jes. 1:11. Jer. 6:20. Amos 5:21. verwijsteksten
6 Brandoffers en offer voor de zonde hebben U niet behaagd;
7 Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God.
8 Als Hij tevoren gezegd had: Slachtoffer en offerande en brandoffers en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden),
9 Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.
10 In welken wil wij geheiligd zijn ddoor de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied. d Hebr. 9:12. verwijsteksten
11 En een iegelijk priester stond wel allen dag dienende, en dezelfde slachtoffers dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;
12 Maar Deze, één slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, eis in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand Gods, e Ps. 110:1. Hand. 2:34. 1 Kor. 15:25. Ef. 1:20. Kol. 3:1. Hebr. 1:13. verwijsteksten
13 Voorts verwachtende totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten.
14 Want met één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden.
15 En de Heilige Geest getuigt het ons ook.
16 Want nadat Hij tevoren gezegd had: fDit is het verbond dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden; f Jer. 31:31, 32, 33, 34. Rom. 11:27. Hebr. 8:8. verwijsteksten
17 En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.
18 Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.
 
Opwekking tot standvastigheid
19 Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben gom in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, g Joh. 10:9; 14:6. Rom. 5:2. Ef. 2:13; 3:12. verwijsteksten
20 Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,
21 En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods,
22 Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van de kwade consciëntie, en het lichaam gewassen zijnde hmet rein water. h Ez. 36:25. verwijsteksten
23 Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden (want Die het beloofd heeft, is getrouw);
24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert.
26 iWant zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, i Num. 15:30. Matth. 12:31. Hebr. 6:4. 2 Petr. 2:20. 1 Joh. 5:16. verwijsteksten
27 Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.
28 Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid konder twee of drie getuigen; k Num. 35:30. Deut. 17:6; 19:15. Matth. 18:16. Joh. 8:17. 2 Kor. 13:1. verwijsteksten
29 Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zone Gods vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?
30 Want wij kennen Hem Die gezegd heeft: lMijne is de wrake, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: mDe Heere zal Zijn volk oordelen. l Deut. 32:35. Rom. 12:19. m Deut. 32:36. verwijsteksten
31 Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods.
32 Doch gedenkt de vorige dagen, in dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij veel strijd des lijdens hebt verdragen;
33 Ten dele, als gij door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel geworden zijt, en ten dele, als gij gemeenschap gehad hebt met degenen die alzo behandeld werden.
34 Want gij hebt ook over nmijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende dat gij hebt in uzelven oeen beter en blijvend goed in de hemelen. n Hand. 21:33. o Matth. 5:12. verwijsteksten
35 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
36 pWant gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil Gods gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen. p Luk. 21:19. verwijsteksten
37 qWant: Nog een zeer weinig tijds, en Hij Die te komen staat, zal komen en niet vertoeven; q Hab. 2:3. Hagg. 2:7. 1 Petr. 1:6; 5:10. verwijsteksten
38 rMaar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. r Hab. 2:4. Rom. 1:17. Gal. 3:11. verwijsteksten
39 Maar wij zijn niet van degenen die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen die geloven tot behoudenis der ziel.

Einde Hebreeën 10