Statenvertaling.nl

sample header image

Kolossenzen 1 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Kolossenzen 1

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

Opschrift en zegengroet
1 PAULUS, een apostel van JEZUS CHRISTUS door den wil Gods, en Timótheüs, de broeder,
2 Den heiligen en gelovigen broederen in Christus die te Kolosse zijn: aGenade zij u en vrede van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus. a Rom. 1:7. Gal. 1:3. Ef. 1:2. 1 Petr. 1:2. verwijsteksten
 
Dankzegging
3 bWij danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, altijd voor u biddende; b Ef. 1:15. Filipp. 1:3. 1 Thess. 1:2. 2 Thess. 1:3. verwijsteksten
4 Alzo wij van uw geloof in Christus Jezus gehoord hebben, en van de liefde die gij hebt tot alle heiligen;
5 Om de hoop cdie u weggelegd is in de hemelen, van welke gij tevoren gehoord hebt door het Woord der waarheid, namelijk des Evangelies; c 1 Petr. 1:4. verwijsteksten
6 Hetwelk tot u gekomen is, gelijk ook in de gehele wereld, den het brengt vruchten voort, gelijk ook onder u, van dien dag af dat gij gehoord hebt en de genade Gods in waarheid bekend hebt; d Mark. 4:8. Joh. 15:16. verwijsteksten
7 Gelijk gij ook geleerd hebt van eÉpafras, onzen geliefden mededienstknecht, dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u; e Kol. 4:12. Filem. vs. 23. verwijsteksten
8 Die ons ook verklaard heeft uw liefde in den Geest.
 
Christus en Zijn werk
9 fWaarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden, en te begeren gdat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand, f Ef. 1:15. g 1 Kor. 1:5. verwijsteksten
10 hOpdat gij moogt wandelen waardiglijk den Heere tot alle behaaglijkheid, in alle goede werken ivruchtdragende, en wassende in de kennis Gods; h Gen. 17:1. 1 Kor. 7:20. Ef. 4:1. Filipp. 1:27. 1 Thess. 2:12. i Joh. 15:16. verwijsteksten
11 Met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap;
12 Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht;
13 kDie ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van lden Zoon Zijner liefde, k Ef. 2:4. 1 Thess. 2:12. l Matth. 3:17; 17:5. 2 Petr. 1:17. verwijsteksten
14 In Denwelken wij de verlossing hebben mdoor Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden; m Hand. 20:28. Ef. 1:7. Hebr. 9:14. 1 Petr. 1:19. verwijsteksten
15 nDewelke is het Beeld des onzienlijken Gods, ode Eerstgeborene aller creatuur. n 2 Kor. 4:4. Filipp. 2:6. Hebr. 1:3. o Openb. 3:14. verwijsteksten
16 pWant door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; p Gen. 1:3. Ps. 33:6. Joh. 1:3. Ef. 3:9. Hebr. 1:2. verwijsteksten
17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem.
18 qEn Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der gemeente, Hij Die het Begin is, rde Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. q Ef. 1:22; 4:15; 5:23. r 1 Kor. 15:20. Openb. 1:5. verwijsteksten
19 Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat sin Hem al de volheid wonen zou, s Joh. 1:14, 16. Kol. 2:9. verwijsteksten
20 tEn dat Hij door Hem vvrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn. t 2 Kor. 5:18. 1 Joh. 4:10. v Jes. 9:6. Joh. 16:33. Hand. 10:36. Rom. 5:1. Ef. 2:14. verwijsteksten
21 En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend,
22 In het lichaam Zijns vleses, door den dood, xopdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen; x Luk. 1:75. Ef. 1:4; 5:27. 2 Tim. 1:9. Tit. 2:12. verwijsteksten
23 yIndien gij maar blijft in het geloof, gefundeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hoop des Evangelies, dat gij gehoord hebt, hetwelk gepredikt is onder al de creatuur die onder den hemel is; van hetwelk ik, Paulus, een dienaar geworden ben; y Joh. 15:6. verwijsteksten
24 zDie mij nu verblijd in mijn lijden avoor u, en vervul in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus bvoor Zijn lichaam, hetwelk is de gemeente; z 2 Kor. 7:4. a Ef. 3:13. Filipp. 2:17. 2 Tim. 2:10. b Rom. 12:5. 1 Kor. 12:27. Ef. 4:12; 5:23. verwijsteksten
25 Welker dienaar ik geworden ben naar de bedeling Gods, cdie mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods; c Rom. 16:25. Ef. 1:9; 3:9. 2 Tim. 1:10. Tit. 1:3. 1 Petr. 1:20. verwijsteksten
26 Namelijk de verborgenheid die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, dmaar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen, d Matth. 13:11. verwijsteksten
27 eAan wie God heeft willen bekendmaken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, fde Hoop der heerlijkheid; e 2 Kor. 2:14. f 1 Tim. 1:1. verwijsteksten
28 Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus;
29 Waartoe ik ook arbeid, strijdende naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht.

Einde Kolossenzen 1