Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Lijfstraffen |
1 WANNEER er tussen lieden twist zal zijn, en zij tot het gericht zullen toetreden, dat zij hen richten, zo zullen zij den rechtvaardige rechtvaardig spreken en den onrechtvaardige verdoemen. |
2 En het zal geschieden, indien de onrechtvaardige slagen verdiend heeft, dat de rechter hem zal doen nedervallen en hem doen slaan in zijn tegenwoordigheid, naar dat het voor zijn onrechtvaardigheid genoeg zal zijn in getal. |
3 Met aveertig slagen zal hij hem doen slaan, hij zal er niet toedoen; opdat niet misschien, zo hij voortvoer hem daarboven met meer slagen te doen slaan, uw broeder dan voor uw ogen verachtelijk gehouden worde. a 2 Kor. 11:24. |
a 2 Kor. 11:24 Van de Joden heb ik veertig slagen min één, vijfmaal ontvangen. |
4 Een os zult gij bniet muilbanden, als hij dorst. b 1 Kor. 9:9. 1 Tim. 5:18. |
b 1 Kor. 9:9 Want in de wet van Mozes is geschreven: Gij zult een dorsenden os niet muilbanden. Zorgt ook God voor de ossen? 1 Tim. 5:18 Want de Schrift zegt: Een dorsenden os zult gij niet muilbanden; en: De arbeider is zijn loon waardig. |
Het zwagerhuwelijk |
5 Wanneer broeders tezamen wonen, en één van hen sterft en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; chaars mans broeder zal tot haar ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den plicht van eens mans broeder. c Matth. 22:24. Mark. 12:19. Luk. 20:28. |
c Matth. 22:24 Zeggende: Meester, Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft, geen kinderen hebbende, zo zal zijn broeder deszelfs vrouw trouwen en zijn broeder zaad verwekken. Mark. 12:19 Meester, Mozes heeft ons geschreven: Indien iemands broeder sterft en een vrouw achterlaat en geen kinderen nalaat, dat zijn broeder deszelfs vrouw nemen zal en zijn broeder zaad verwekken. Luk. 20:28 Zeggende: Meester, Mozes heeft ons geschreven: Zo iemands broeder sterft, die een vrouw heeft, en hij sterft zonder kinderen, dat zijn broeder de vrouw nemen zal en zijn broeder zaad verwekken. |
6 En het zal geschieden dat de eerstgeborene dien zij zal baren, zal staan in den naam zijns broeders, des verstorvenen; opdat zijn naam niet uitgedelgd worde uit Israël. |
7 Maar indien dezen man zijns broeders vrouw niet bevallen zal te nemen, zo zal zijns broeders vrouw opgaan naar de poort tot de oudsten en zeggen: dMijns mans broeder weigert zijn broeder een naam te verwekken in Israël, hij wil mij den plicht van eens mans broeder niet doen. d Ruth 4:7. |
d Ruth 4:7 Nu was dit vanouds een gewoonheid in Israël bij de lossing en bij de verwisseling, om de ganse zaak te bevestigen, zo trok de man zijn schoen uit en gaf dien aan zijn naaste; en dit was tot een getuigenis in Israël. |
8 Dan zullen hem de oudsten zijner stad roepen en tot hem spreken; blijft hij dan daarbij staan en zegt: Het bevalt mij niet haar te nemen; |
9 Zo zal zijns broeders vrouw voor de ogen der oudsten tot hem toetreden en zijn schoen van zijn voet uittrekken en spuwen in zijn aangezicht, en zal betuigen en zeggen: Alzo zal dien man gedaan worden, die zijns broeders huis niet zal bouwen. |
10 En zijn naam zal in Israël genoemd worden: Het huis desgenen dien de schoen uitgetogen is. |
Tegen onbeschaamdheid |
11 Wanneer mannen de een met den ander twisten, en de vrouw des enen toetreedt om haar man uit de hand desgenen die hem slaat, te redden, en haar hand uitstrekt en zijn schamelheid aangrijpt, |
12 Zo zult gij haar hand afhouwen; uw oog zal niet verschonen. |
Juiste maten en gewichten |
13 Gij zult geen tweeërlei weegstenen in uw zak hebben, een groten en een kleinen. |
14 Gij zult in uw huis geen tweeërlei efa hebben, een grote en een kleine. |
15 Gij zult een volkomen en gerechten weegsteen hebben; gij zult een volkomen en gerechte efa hebben; opdat uw dagen verlengd worden in het land dat u de HEERE uw God geven zal. |
16 Want al wie zulks doet, is den HEERE uw God eeen gruwel; ja, al wie onrecht doet. e Spr. 11:1. |
e Spr. 11:1 EEN bedrieglijke weegschaal is den HEERE een gruwel, maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen. |
Gebod tot uitroeiing van Amalek |
17 Gedenk wat u fAmalek gedaan heeft, op den weg, als gij uit Egypte uittoogt; f Ex. 17:8. |
f Ex. 17:8 Toen kwam Amalek, en streed tegen Israël in Rafidîm. |
18 Hoe hij u op den weg ontmoette en sloeg onder u in den staart al de zwakken achter u, als gij moede en mat waart; en hij vreesde God niet. |
19 Het zal dan geschieden, als u de HEERE uw God rust zal gegeven hebben van al uw vijanden rondom, in het land dat u de HEERE uw God ten erve geven zal om hetzelve erfelijk te bezitten, dat gij de gedachtenis van Amalek van onder den hemel zult uitdelgen; vergeet het niet. |