Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Zorg voor de goederen van den naaste |
1 GIJ zult uws broeders aos of kleinvee niet zien afgedreven en u van die verbergen; gij zult ze uw broeder ganselijk weder toesturen. a Ex. 23:4. |
a Ex. 23:4 Wanneer gij uws vijands os of zijn dwalenden ezel ontmoet, gij zult hem denzelven ganselijk wederbrengen. |
2 En indien uw broeder niet nabij u is of gij hem niet kent, zo zult gij ze binnen in uw huis vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw broeder die zoeke en gij ze hem wedergeeft. |
3 Alzo zult gij ook doen aan zijn ezel en alzo zult gij doen aan zijn kleding, ja, alzo zult gij doen aan al het verlorene uws broeders, dat van hem verloren zal zijn en dat gij zult hebben gevonden; gij zult u niet mogen verbergen. |
4 Gij zult uws broeders ezel of zijn os niet zien vallende op den weg en u van die verbergen; gij zult ze met hem ganselijk oprichten. |
Heiligheid in den omgang |
5 Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE uw God een gruwel. |
6 Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg voorkomt, in enigen boom of op de aarde, met jongen of eieren, en de moeder zittende op de jongen of op de eieren, zo zult gij de moeder met de jongen niet nemen. |
7 Gij zult de moeder ganselijk vrijlaten, maar de jongen zult gij voor u nemen; opdat het u welga en gij de dagen verlengt. |
8 Wanneer gij een nieuw huis zult bouwen, zo zult gij op uw dak een leuning maken; opdat gij geen bloedschuld op uw huis legt, wanneer iemand vallende, daarvan afviel. |
9 Gij zult uw wijngaard niet met tweeërlei bbezaaien, opdat de volheid des zaads dat gij zult gezaaid hebben, en de inkomst des wijngaards niet ontheiligd worde. b Lev. 19:19. |
b Lev. 19:19 Gij zult Mijn inzettingen houden; gij zult geen tweeërlei aard uwer beesten laten tezamen te doen hebben; uw akker zult gij niet met tweeërlei zaad bezaaien; en een kleed van tweeërlei stof, dooreenvermengd, zal aan u niet komen. |
10 Gij zult niet ploegen met een os en met een ezel tegelijk. |
11 Gij zult geen kleed van gemengde stof aantrekken, wollen en linnen tegelijk. |
12 cSnoeren zult gij u maken, aan de vier hoeken uws opperkleeds waarmede gij u bedekt. c Num. 15:38. Matth. 23:5. |
c Num. 15:38 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Dat zij zich snoertjes maken aan de hoeken hunner klederen, bij hun geslachten; en op de snoertjes des hoeks zullen zij een hemelsblauwen draad zetten. Matth. 23:5 En al hun werken doen zij om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot. |
Bescherming van belasterde vrouwen |
13 Wanneer een man een vrouw zal genomen hebben, en tot haar ingegaan zijnde, alsdan haar zal haten, |
14 En haar oorzaken van naspraak zal opleggen en een kwaden naam over haar uitbrengen, en zeggen: Deze vrouw heb ik genomen en ben tot haar genaderd, maar heb den maagdom aan haar niet gevonden; |
15 Dan zullen de vader van deze jongedochter en haar moeder nemen, en tot de oudsten der stad aan de poort uitbrengen den maagdom dezer jongedochter. |
16 En de vader van de jongedochter zal tot de oudsten zeggen: Ik heb mijn dochter aan dezen man gegeven tot een vrouw, maar hij heeft haar gehaat; |
17 En zie, hij heeft oorzaken van opspraak gegeven, zeggende: Ik heb den maagdom aan uw dochter niet gevonden; dit nu is de maagdom mijner dochter. En zij zullen het kleed voor het aangezicht van de oudsten der stad uitbreiden. |
18 Dan zullen de oudsten derzelver stad dien man nemen, en kastijden hem. |
19 En zij zullen hem een boete opleggen van honderd zilverlingen en ze geven aan den vader van de jongedochter, omdat hij een kwaden naam heeft uitgebracht over een jongedochter van Israël; voorts zal zij hem ter vrouw zijn, hij zal haar niet mogen laten gaan al zijn dagen. |
20 Maar indien ditzelve woord waarachtig is, dat de maagdom aan de jongedochter niet gevonden is; |
21 Zo zullen zij deze jongedochter uitbrengen tot de deur van haars vaders huis en de lieden harer stad zullen haar met stenen stenigen, dat zij sterve, omdat zij een dwaasheid in Israël gedaan heeft, hoererende in haars vaders huis; zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen. |
Ongeoorloofde betrekkingen |
22 dWanneer een man gevonden zal worden, liggende bij eens mans getrouwde vrouw, zo zullen zij ook beiden sterven, de man die bij de vrouw gelegen heeft en de vrouw; zo zult gij het boze uit Israël wegdoen. d Lev. 20:10. |
d Lev. 20:10 Een man ook die met iemands huisvrouw zal overspel gedaan hebben, dewijl hij met zijns naasten vrouw overspel gedaan heeft, zal zekerlijk gedood worden, de overspeler en de overspeelster. |
23 Wanneer er een jongedochter zal zijn, die een maagd is, ondertrouwd aan een man, en een man haar in de stad zal gevonden en bij haar gelegen hebben; |
24 Zo zult gij hen beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad en zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven, de jongedochter ter oorzake dat zij niet geroepen heeft in de stad en den man ter oorzake dat hij zijns naasten vrouw vernederd heeft; zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen. |
25 En indien een man een ondertrouwde jongedochter in het veld gevonden, en de man haar verkracht en bij haar gelegen zal hebben, zo zal de man die bij haar gelegen heeft, alleen sterven; |
26 Maar de jongedochter zult gij niets doen; de jongedochter heeft geen zonde des doods; want gelijk of een man tegen zijn naaste opstond en sloeg hem dood aan het leven, alzo is deze zaak. |
27 Want hij heeft haar in het veld gevonden; de ondertrouwde jongedochter riep, en er was niemand die haar verloste. |
28 Wanneer een man een jongedochter zal gevonden hebben, die een maagd is, dewelke niet ondertrouwd is, en haar zal gegrepen en bij haar gelegen hebben, en zij gevonden zullen zijn; |
29 Zo zal de man die bij haar gelegen heeft, den vader van de jongedochter evijftig zilverlingen geven, en zij zal hem ter vrouw zijn, omdat hij haar vernederd heeft; hij zal haar niet mogen laten gaan al zijn dagen. e Ex. 22:16. |
e Ex. 22:16 Wanneer nu iemand een maagd verlokt die niet ondertrouwd is, en hij ligt bij haar, die zal haar zonder uitstel een bruidsschat geven, dat zij hem ter vrouw zij. |
30 Een man zal zijns vaders vrouw niet nemen, en hij zal zijns vaders slip niet ontdekken. |