Statenvertaling.nl

sample header image

Romeinen 3 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Romeinen 3

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Het grote voorrecht der Joden
1 WELK is dan het voordeel van den Jood? Of welke is de nuttigheid der besnijdenis?
2 Veel in alle manier. aWant dit is wel het eerste, dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd. a Ps. 147:19. Rom. 9:4. verwijsteksten
3 Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal bhun ongelovigheid het geloof Gods tenietdoen? b Num. 23:19. Rom. 9:6. 2 Tim. 2:13. verwijsteksten
4 Dat zij verre. cDoch God zij waarachtig, dmaar alle mens leugenachtig, gelijk als geschreven is: eOpdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint wanneer Gij oordeelt. c Joh. 3:33. d Ps. 116:11. e Ps. 51:6. verwijsteksten
5 Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar den mens.)
6 Dat zij verre; anderszins hoe zal God de wereld oordelen?
7 Want indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, wat word ik ook nog als een zondaar geoordeeld?
8 En zeggen wij niet liever (gelijk wij gelasterd worden, en gelijk sommigen zeggen dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig is.
 
Er is niemand rechtvaardig
9 Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben tevoren beschuldigd beide Joden en Grieken, fdat zij allen onder de zonde zijn, f Gal. 3:22. verwijsteksten
10 Gelijk geschreven is: gEr is niemand rechtvaardig, ook niet één; g Ps. 14:3; 53:4. verwijsteksten
11 Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt;
12 Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe.
13 hHun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; islangenvenijn is onder hun lippen; h Ps. 5:10. i Ps. 140:4. verwijsteksten
14 kWelker mond vol is van vervloeking en bitterheid; k Ps. 10:7. verwijsteksten
15 lHun voeten zijn snel om bloed te vergieten; l Spr. 1:16. Jes. 59:7. verwijsteksten
16 Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;
17 En den weg des vredes hebben zij niet gekend.
18 mEr is geen vreze Gods voor hun ogen. m Ps. 36:2. verwijsteksten
19 Wij weten nu dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.
20 nDaarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem; owant door de wet is de kennis der zonde. n Gal. 2:16. o Rom. 7:7. Hebr. 7:18. verwijsteksten
 
Rechtvaardiging om niet door het geloof
21 Maar nu is pde rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de Wet en de Profeten: p Rom. 1:17. Filipp. 3:9. verwijsteksten
22 Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven; want er is geen onderscheid.
23 Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods,
24 qEn worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is; q Jes. 53:5. verwijsteksten
25 rWelken God voorgesteld heeft stot een Verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden die tevoren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods, r 2 Kor. 5:19. Kol. 1:20. Hebr. 4:16. 1 Joh. 4:10. s Ex. 25:17. verwijsteksten
26 Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende dengene die uit het geloof van Jezus is.
27 Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.
28 tWij besluiten dan dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. t Hand. 13:38. Rom. 8:3. Gal. 2:16. Hebr. 7:25. verwijsteksten
29 Is God een God der Joden alleen? En is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen;
30 Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof.
31 Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.

Einde Romeinen 3