Statenvertaling.nl

sample header image

Johannes 17 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Johannes 17

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Het Hogepriesterlijk gebed
1 DIT heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, ade ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. a Joh. 12:23; 13:32. verwijsteksten
2 bGelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. b Ps. 8:7. Matth. 11:27; 28:18. Luk. 10:22. Joh. 3:35; 5:27. 1 Kor. 15:25. Filipp. 2:10. Hebr. 2:8. verwijsteksten
3 En cdit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. c Jes. 53:11. Jer. 9:23. verwijsteksten
4 dIk heb U verheerlijkt op de aarde; eIk heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen. d Joh. 13:32; 14:13. e Joh. 4:34; 19:30. verwijsteksten
5 En nu, verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid fdie Ik bij U had eer de wereld was. f Joh. 1:1, 2; 10:30; 14:9. verwijsteksten
6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uwe, en Gij hebt Mij dezelve gegeven, en zij hebben Uw Woord bewaard.
7 Nu hebben zij bekend dat alles wat Gij Mij gegeven hebt, van U is.
8 Want de woorden die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, gen zij hebben waarlijk bekend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat Gij Mij gezonden hebt. g Joh. 16:27. verwijsteksten
9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uwe.
10 En hal het Mijne is Uwe, en het Uwe is Mijne; en Ik ben in hen verheerlijkt. h Joh. 16:15. verwijsteksten
11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom tot U. Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij.
12 iToen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. kDie Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat lde Schrift vervuld worde. i Joh. 6:39; 10:28; 18:9. k Jes. 8:18. Hebr. 2:13. l Ps. 109:8. verwijsteksten
13 Maar nu kom Ik tot U en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven.
14 Ik heb hun Uw Woord gegeven, men de wereld heeft hen gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. m Joh. 15:19. verwijsteksten
15 Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze.
16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben.
17 Heilig hen in Uw waarheid; nUw Woord is de waarheid. n Joh. 8:40. verwijsteksten
18 oGelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. o Joh. 20:21. verwijsteksten
19 pEn Ik heilig Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. p 1 Kor. 1:2, 30. 1 Thess. 4:7. verwijsteksten
20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen.
21 Opdat zij allen qéén zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt. q Joh. 10:38; 14:11. Gal. 3:28. verwijsteksten
22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij één zijn:
23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in één, en opdat de wereld bekenne dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.
24 rVader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld. r Joh. 12:26; 14:3. verwijsteksten
25 Rechtvaardige Vader, sde wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, ten dezen hebben bekend dat Gij Mij gezonden hebt. s Joh. 15:21; 16:3. t vers 8. Joh. 16:27. verwijsteksten
26 En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken, opdat de liefde waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen.

Einde Johannes 17