Statenvertaling.nl

sample header image

Markus 1 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Markus 1

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Johannes de Doper
1 HET begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, den Zone Gods.
2 Gelijk geschreven is in de Profeten: aZie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. a Mal. 3:1. Matth. 11:10. Luk. 7:27. verwijsteksten
3 bDe stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht. b Jes. 40:3. Matth. 3:3. Luk. 3:4. Joh. 1:23. verwijsteksten
4 cJohannes was dopende in de woestijn en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden. c Matth. 3:1. Luk. 3:3. Joh. 3:23. verwijsteksten
5 dEn al het Joodse land ging tot hem uit en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden. d Matth. 3:5. Luk. 3:7. verwijsteksten
6 eEn Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lendenen, en at fsprinkhanen en wilden honing. e 2 Kon. 1:8. Matth. 3:4. f Lev. 11:22. verwijsteksten
7 gEn hij predikte, zeggende: Na mij komt Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben nederbukkende den riem Zijner schoenen te ontbinden. g Matth. 3:11. Luk. 3:16. Joh. 1:27. verwijsteksten
8 hIk heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen imet den Heiligen Geest. h Matth. 3:11. Hand. 1:5; 11:16; 19:4. i Jes. 44:3. Joël 2:28. Hand. 2:4; 11:15. verwijsteksten
 
Johannes doopt Jezus
9 En het geschiedde in diezelve dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, gelegen in Galiléa, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan.
10 kEn terstond als hij uit het water opklom, zag hij de hemelen opengaan, en den Geest gelijk een duif op Hem nederdalen. k Matth. 3:16. Luk. 3:21. Joh. 1:32. verwijsteksten
11 En er geschiedde een stem uit de hemelen: lGij zijt Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. l Ps. 2:7. Jes. 42:1. Matth. 3:17; 17:5. Mark. 9:7. Luk. 3:22; 9:35. Kol. 1:13. 2 Petr. 1:17. verwijsteksten
 
De verzoeking in de woestijn
12 mEn terstond dreef Hem de Geest uit in de woestijn. m Matth. 4:1. Luk. 4:1. verwijsteksten
13 En Hij was aldaar in de woestijn veertig dagen, verzocht van den satan; en was bij de wilde gedierten; en de engelen dienden Hem.
 
Het begin van Jezus’ prediking
14 nEn nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus in Galiléa, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods, n Matth. 4:12. Luk. 4:14. Joh. 4:43. verwijsteksten
15 En zeggende: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods nabijgekomen; obekeert u en gelooft het Evangelie. o Jes. 56:1. verwijsteksten
 
De eerste discipelen
16 pEn wandelende bij de Galilese Zee, zag Hij Simon en Andréas, zijn broeder, werpende het net in de zee (want zij waren vissers). p Matth. 4:18. verwijsteksten
17 En Jezus zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken dat gij vissers qder mensen zult worden. q Jer. 16:16. Ez. 47:10. verwijsteksten
18 rEn zij terstond hun netten verlatende, zijn Hem gevolgd. r Matth. 19:27. Mark. 10:28. Luk. 5:11; 18:28. verwijsteksten
19 sEn vandaar een weinig voortgegaan zijnde, zag Hij Jakobus, den zoon van Zebedéüs, en Johannes, zijn broeder, en dezelve in het schip hun netten vermakende. s Matth. 4:21. verwijsteksten
20 En terstond riep Hij hen; en zij latende hun vader Zebedéüs in het schip met de huurlingen, zijn Hem nagevolgd.
 
De bezetene te Kapérnaüm
21 tEn zij kwamen binnen Kapérnaüm; en terstond op den sabbatdag in de synagoge gegaan zijnde, leerde Hij. t Matth. 4:13. Luk. 4:31. verwijsteksten
22 vEn zij versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde hen als macht hebbende, en niet als de schriftgeleerden. v Matth. 7:28. Luk. 4:32. verwijsteksten
23 xEn er was in hun synagoge een mens met een onreinen geest, en hij riep uit, x Luk. 4:33. verwijsteksten
24 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazaréner? Zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods.
25 En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil en ga uit van hem.
26 En de onreine geest hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem.
27 En zij werden allen verbaasd, zodat zij onder elkander vraagden, zeggende: Wat is dit? Wat nieuwe leer is deze, dat Hij met macht ook den onreinen geesten gebiedt en zij Hem gehoorzaam zijn?
28 En Zijn gerucht ging terstond uit in het gehele omliggende land van Galiléa.
 
De schoonmoeder van Petrus
29 yEn van stonden aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andréas, met Jakobus en Johannes. y Matth. 8:14. Luk. 4:38. verwijsteksten
30 En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden zij Hem van haar.
31 En Hij tot haar gaande, vatte haar hand en richtte haar op; en terstond verliet haar de koorts, en zij diende henlieden.
32 zAls het nu avond geworden was, toen de zon onderging, brachten zij tot Hem allen die kwalijk gesteld en van den duivel bezeten waren. z Matth. 8:16. Luk. 4:40. verwijsteksten
33 En de gehele stad was bijeenvergaderd omtrent de deur.
34 En Hij genas er velen, die door verscheidene ziekten kwalijk gesteld waren, en wierp vele duivelen uit, en liet den duivelen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.
 
Prediking in geheel Galiléa
35 aEn des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit en ging heen in een woeste plaats ben bad aldaar. a Luk. 4:42. b Matth. 14:23. verwijsteksten
36 En Simon en die met hem waren, zijn Hem nagevolgd.
37 En zij Hem gevonden hebbende, zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen.
38 En Hij zeide tot hen: cLaat ons in de bijliggende vlekken gaan, opdat Ik ook daar predike; dwant daartoe ben Ik uitgegaan. c Luk. 4:43. d Jes. 61:1. Luk. 4:18. verwijsteksten
39 En Hij predikte in hun synagogen, door geheel Galiléa, en wierp de duivelen uit.
 
De reiniging van een melaatse
40 eEn tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem en vallende voor Hem op de knieën, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. e Matth. 8:2. Luk. 5:12. verwijsteksten
41 En Jezus met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd.
42 En als Hij dit gezegd had, ging de melaatsheid terstond van hem, en hij werd gereinigd.
43 En als Hij hem strengelijk verboden had, deed Hij hem terstond van Zich gaan;
44 En zeide tot hem: Zie dat gij niemand iets zegt; maar ga heen en vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging hetgeen fMozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. f Lev. 13:2; 14:1. verwijsteksten
45 Maar hij uitgegaan zijnde, begon vele dingen te verkondigen en dat woord te verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaarlijk in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste plaatsen; en zij kwamen tot Hem van alle kanten.

Einde Markus 1