Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De wijzen uit het oosten |
1 TOEN nu Jezus ageboren was te Bethlehem, gelegen in Judéa, in de dagen van den koning Herodes, zie, enige wijzen van het oosten zijn te Jeruzalem aangekomen, a Luk. 2:4. |
a Luk. 2:4 En Jozef ging ook op, van Galiléa, uit de stad Nazareth, naar Judéa, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht Davids was), |
2 Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? Want wij hebben gezien Zijn ster in het oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden. |
3 De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem met hem; |
4 En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en schriftgeleerden des volks, vraagde van hen waar de Christus zou geboren worden. |
5 En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judéa gelegen; want alzo is geschreven door den profeet: |
6 bEn gij Bethlehem, gij land van Juda, zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israël weiden zal. b Micha 5:1. Joh. 7:42. |
b Micha 5:1 EN gij Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël en Wiens uitgangen zijn vanouds, van de dagen der eeuwigheid. Joh. 7:42 Zegt de Schrift niet dat de Christus komen zal uit den zade Davids, en van het vlek Bethlehem, waar David was? |
7 Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstiglijk van hen den tijd wanneer de ster verschenen was; |
8 En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen en onderzoekt naarstiglijk naar dat Kindeken, en als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Datzelve aanbidde. |
9 En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats waar het Kindeken was. |
10 Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde. |
11 En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden. En hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook en mirre. |
12 En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land. |
Naar Egypte |
13 Toen zij nu vertrokken waren, zie, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken om Hetzelve te doden. |
14 Hij dan opgestaan zijnde, nam het Kindeken en Zijn moeder tot zich in den nacht, en vertrok naar Egypte, |
15 En was aldaar tot den dood van Herodes; opdat vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door den cprofeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. c Hos. 11:1. |
c Hos. 11:1 ALS Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte geroepen. |
De kindermoord te Bethlehem |
16 Als Herodes zag dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en enigen afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen die binnen Bethlehem en in al deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had. |
17 Toen is vervuld geworden hetgeen gesproken is door den profeet Jeremía, zeggende: |
18 dEen stem is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm; Rachel beweende haar kinderen, en wilde niet getroost wezen, omdat zij niet zijn. d Jer. 31:15. |
d Jer. 31:15 Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween: Rachel weent over haar kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat zij niet zijn. |
Naar Nazareth |
19 Toen Herodes nu gestorven was, zie, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, in Egypte, |
20 Zeggende: Sta op, neem het Kindeken en Zijn moeder tot u, en trek in het land Israëls; want zij zijn gestorven die de ziel van het Kindeken zochten. |
21 Hij dan, opgestaan zijnde, heeft tot zich genomen het Kindeken en Zijn moeder en is gekomen in het land Israëls. |
22 Maar als hij hoorde dat Archeláüs in Judéa koning was, in de plaats van zijn vader Herodes, vreesde hij daarheen te gaan; maar door Goddelijke openbaring vermaand in den droom, is hij vertrokken in de delen van Galiléa. |
23 En daar gekomen zijnde, nam hij zijn woonplaats in de stad genaamd Nazareth; opdat vervuld zou worden wat door de eprofeten gezegd is, dat Hij Nazaréner zal geheten worden. e Jes. 11:1; 60:21. Zach. 6:12. |
e Jes. 11:1 WANT
er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen. Jes. 60:21 En uw volk zullen altezamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit Mijner plantingen, een werk Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde. Zach. 6:12 En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Zie, een Man, Wiens Naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen. |