Statenvertaling.nl

sample header image

Zacharia 8 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Zacharia 8

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Het komende heil
1 DAARNA geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende:
2 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een groten ijver, ja, met grote grimmigheid aheb Ik over haar geijverd. a Zach. 1:14. verwijsteksten
3 Alzo zegt de HEERE: Ik ben wedergekeerd tot Sion, en Ik zal in het midden van Jeruzalem wonen; en Jeruzalem zal geheten worden een stad der waarheid, en de berg des HEEREN der heirscharen een berg der heiligheid.
4 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Er zullen nog oude mannen en oude vrouwen zitten op de straten van Jeruzalem; en ieder zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege de veelheid der dagen.
5 En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten.
6 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Omdat het wonderlijk is in de ogen van het overblijfsel dezes volks in deze dagen, zou het daarom ook in Mijn ogen wonderlijk zijn? spreekt de HEERE der heirscharen.
7 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Zie, Ik zal Mijn volk verlossen uit het land des opgangs, en uit het land des nedergangs der zon.
8 En Ik zal hen herwaarts brengen, dat zij in het midden van Jeruzalem wonen zullen; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, in waarheid en in gerechtigheid.
9 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Laat uw handen sterk zijn, gijlieden die in deze dagen deze woorden gehoord hebt uit den mond der profeten die geweest zijn ten dage als de grond van het huis des HEEREN der heirscharen gelegd is, dat de tempel gebouwd zou worden.
10 Want vóór die dagen kwam des mensen loon teniet, en het loon van het vee was geen; en de uitgaande en de inkomende hadden geen vrede vanwege den vijand, want Ik zond alle mensen een iegelijk tegen zijn naaste.
11 Maar nu zal Ik aan het overblijfsel dezes volks niet wezen gelijk in de vorige dagen, spreekt de HEERE der heirscharen.
12 Want het zaad zal voorspoedig zijn, de wijnstok zal zijn vrucht geven, en de aarde zal haar inkomen geven, en de hemelen zullen hun dauw geven; en Ik zal het overblijfsel dezes volks dit alles doen erven.
13 En het zal geschieden, gelijk als gij, o huis van Juda, en gij, o huis van Israël, geweest zijt een vloek onder de heidenen, alzo zal Ik ulieden behoeden, en gij zult een zegening wezen; vreest niet, laat uw handen sterk zijn.
14 Want alzo zegt de HEERE der heirscharen: Gelijk als Ik gedacht heb ulieden kwaad te doen, toen Mij uw vaders grotelijks vertoornden, zegt de HEERE der heirscharen, en het heeft Mij niet berouwd;
15 Alzo denk Ik wederom in deze dagen goed te doen aan Jeruzalem, en aan het huis van Juda; vreest niet.
16 Dit zijn de dingen die gij doen zult: bSpreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes in uw poorten. b Ef. 4:25. verwijsteksten
17 En cdenkt niet de een des anderen kwaad in ulieder hart; en dhebt een valsen eed niet lief; want al deze zijn dingen die Ik haat, spreekt de HEERE. c Zach. 7:10. d Zach. 5:3, 4. verwijsteksten
18 Wederom geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende:
19 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het vasten der vierde, en het vasten der vijfde, en het vasten der zevende, en het vasten der tiende maand zal het huis van Juda tot vreugde en tot blijdschap en tot vrolijke hoogtijden wezen; hebt dan de waarheid en den vrede lief.
20 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Nog zal het geschieden dat de volken en de inwoners van vele steden komen zullen;
21 En de inwoners der ene stad zullen gaan tot de inwoners der andere, zeggende: Laat ons vlijtig heengaan, om te smeken het aangezicht des HEEREN en om den HEERE der heirscharen te zoeken; ik zal ook heengaan.
22 Alzo zullen vele volken en machtige heidenen komen, om den HEERE der heirscharen te Jeruzalem te zoeken, en om het aangezicht des HEEREN te smeken.
23 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden dat tien mannen uit allerlei tongen der heidenen grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van één Joodsen man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is.

Einde Zacharia 8