Statenvertaling.nl

sample header image

Micha 7 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Micha 7

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

Weinig vromen
1 AI mij, want ik ben als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld, als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht.
2 De agoedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht onder de mensen; zij loeren altemaal op bloed, zij jagen een iegelijk zijn broeder met een jachtgaren. a Ps. 12:2. Hos. 4:1. verwijsteksten
3 Om met beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter oordeelt bom vergelding; en de grote, die spreekt de cverderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen. b Micha 3:11. c Micha 2:1. verwijsteksten
4 De beste van hen is als een doorn; de oprechtste is scherper dan een doornheg; de dag uwer wachters, uw bezoeking, is gekomen; nu zal hunlieder verwarring wezen.
5 Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar die in uw schoot ligt.
6 Want de dzoon veracht den vader, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; eens mans vijanden zijn zijn huisgenoten. d Ez. 22:7. Matth. 10:21, 35, 36. Luk. 12:53. verwijsteksten
 
Gods tuchtiging en genade
7 Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen.
8 Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin; wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan; wanneer ik in duisternis zal gezeten zijn, zal mij de HEERE een Licht zijn.
9 Ik zal des HEEREN gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; totdat Hij mijn twist etwiste en mijn recht uitvoere; Hij zal mij uitbrengen aan het licht; ik zal mijn lust zien aan Zijn gerechtigheid. e Jer. 50:34. verwijsteksten
10 En mijn vijandin zal het zien, en schaamte zal haar bedekken; die tot mij fzegt: Waar is de HEERE uw God? Mijn ogen zullen aan haar zien; nu zal zij worden tot vertreding, als slijk der straten. f Ps. 79:10; 115:2. Joël 2:17. verwijsteksten
11 Ten dage als Hij uw muren zal gherbouwen, te dien dage zal het besluit verre heen gaan. g Amos 9:11, enz. verwijsteksten
12 Te dien dage zal het ook komen tot u toe, van Assur af, zelfs tot de vaste steden toe; en van de vestingen tot aan de rivier, en van zee tot zee, en van gebergte tot gebergte.
13 Maar dit land zal worden tot een verwoesting, zijner inwoners halve, vanwege de hvrucht hunner handelingen. h Jer. 21:14. verwijsteksten
14 Gij dan, iweid Uw volk met Uw staf, de kudde Uwer erfenis, die alleen woont in het woud, in het midden van een vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen vanouds. i Micha 5:3. verwijsteksten
15 Ik zal haar kwonderen doen zien, als in de dagen toen gij uit Egypteland uittoogt. k Joël 2:26, 30. verwijsteksten
16 De heidenen zullen het zien en beschaamd zijn, vanwege al hun macht; zij zullen de hand op den mond leggen; hun oren zullen doof worden.
17 Zij zullen het lstof lekken als de slang; als kruipende dieren der aarde zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den HEERE onzen God, en zullen voor U vrezen. l Ps. 72:9. Jes. 49:23. verwijsteksten
18 Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid mvergeeft en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid, want Hij heeft lust aan goedertierenheid. m Ex. 34:6, 7. verwijsteksten
19 Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen.
20 Gij zult Jakob de trouw, Abraham de goedertierenheid geven, die Gij onzen vaderen van oude dagen af gezworen hebt.

Einde Micha 7