Statenvertaling.nl

sample header image

Micha 6 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Micha 6

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

1 HOORT nu wat de HEERE zegt: Maak u op, twist met de bergen, en laat de heuvelen uw stem horen.
2 Hoort, gij bergen, den twist des HEEREN, mitsgaders gij sterke fundamenten der aarde; want de HEERE heeft een twist met Zijn volk, en Hij zal Zich met Israël in rechte begeven.
3 O Mijn volk, wat heb Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u vermoeid? Betuig tegen Mij.
4 Immers heb Ik u uit Egypteland opgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; en Ik heb voor uw aangezicht heen gezonden Mozes, Aäron en Mirjam.
5 Mijn volk, gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraadslaagde, en wat hem Bíleam, de zoon van Beor, antwoordde, en wat geschied is van Sittim af tot Gilgal toe, opdat gij de gerechtigheden des HEEREN kent.
6 Waarmede zal ik den HEERE tegenkomen, en mij bukken voor den hogen God? Zal ik Hem tegenkomen met brandoffers, met eenjarige kalveren?
7 Zou de HEERE een welgevallen hebben aan duizenden van rammen, aan tienduizenden van oliebeken? Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding? De vrucht mijns buiks voor de zonde mijner ziel?
8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is; en wat eist de HEERE van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God?
9 De stem des HEEREN roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen): Hoort de roede en Wie ze besteld heeft.
10 Zijn er niet nog, in eenieders goddelozen huis, schatten der goddeloosheid, en een schaarse efa, die te verfoeien is?
11 Zou Ik rein zijn met een goddeloze weegschaal, en met een zak van bedrieglijke weegstenen?
12 Dewijl haar rijke lieden vol zijn van geweld, en haar inwoners leugen spreken, en hun tong bedrieglijk is in hun mond,
13 Zo zal Ik u ook krenken, u slaande en verwoestende om uw zonden.
14 Gij zult eten, maar niet verzadigd worden, en uw nederdrukking zal in het midden van u zijn; en gij zult aangrijpen, maar niet wegbrengen, en wat gij zult wegbrengen, zal Ik aan het zwaard overgeven.
15 Gij zult zaaien, maar niet maaien; gij zult olijven treden, maar u met olie niet zalven; en most, maar geen wijn drinken.
16 Want de inzettingen van Omri worden onderhouden, en het ganse werk van het huis van Achab; en gij wandelt in derzelver raadslagen; opdat Ik u stelle tot verwoesting, en haar inwoners tot aanfluiting; alzo zult gij de smaadheid Mijns volks dragen.

Einde Micha 6