Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Wee over de gerusten |
1 WEE den gerusten te Sion en den zekeren op den berg van Samaría, die de voornaamsten zijn van de aeerstelingen der volken, en tot dewelke die van het huis Israëls komen. a Ex. 19:5. Jer. 2:3. |
a Ex. 19:5 Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijn stem zult gehoorzamen en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijne. Jer. 2:3 Israël was den HEERE een heiligheid, de eerstelingen Zijner inkomst; allen die hem opaten, werden voor schuldig gehouden; kwaad kwam hun over, spreekt de HEERE. |
2 Gaat over naar Kalné en ziet toe, en gaat vandaar naar Hamath, de grote stad, en trekt af naar Gath der Filistijnen; of zij beter zijn dan deze koninkrijken, of hun landpale groter dan uw landpale. |
3 Gij die den bbozen dag cverre stelt, en den stoel des gewelds nabij brengt. b Amos 5:18. c Ez. 12:27. |
b Amos 5:18 Wee dien die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen, en geen licht. c Ez. 12:27 Mensenkind, zie, die van het huis Israëls zeggen: Het gezicht dat hij ziet, is voor vele dagen, en hij profeteert van tijden die verre zijn. |
4 Die daar liggen op elpenbenen bedsteden en weelderig zijn op hun koetsen, en eten de lammeren van de kudde, en de kalveren uit het midden van den meststal. |
5 Die op het geklank der dluit kwinkeleren, en bedenken zichzelven instrumenten der muziek, gelijk David. d Jes. 5:12. |
d Jes. 5:12 En harpen en luiten, trommels en pijpen en wijn zijn in hun maaltijden; maar zij aanschouwen het werk des HEEREN niet en zij zien niet op het maaksel Zijner handen. |
6 Die wijn uit schalen edrinken en zich zalven met de voortreffelijkste olie, maar fbekommeren zich niet over de verbreking van Jozef. e Jes. 5:11. f Jes. 5:12. |
e Jes. 5:11 Wee dengenen die, zich vroeg opmakende in den morgenstond, sterken drank najagen, en
vertoeven tot in de schemering, totdat de wijn hen heeft verhit. f Jes. 5:12 En harpen en luiten, trommels en pijpen en wijn zijn in hun maaltijden; maar zij aanschouwen het werk des HEEREN niet en zij zien niet op het maaksel Zijner handen. |
7 Daarom zullen zij nu gevankelijk heengaan onder de voorsten die in ggevangenis gaan; en het banket dergenen die weelderig zijn, zal wegwijken. g Jes. 5:13. |
g Jes. 5:13 Daarom zal mijn volk gevankelijk weggevoerd worden, omdat het geen wetenschap heeft; en deszelfs heerlijken zullen honger lijden en hun menigte zal verdorren van dorst. |
8 De Heere HEERE heeft gezworen bij Zichzelven (spreekt de HEERE, de God der heirscharen): Ik heb een gruwel van Jakobs hovaardij en Ik haat zijn paleizen; daarom zal Ik de stad en haar volheid overleveren. |
9 En het zal geschieden, zo er tien mannen in enig huis zullen overgelaten zijn, dat zij sterven zullen. |
10 En de naaste vriend zal een iegelijk van die opnemen, of die hem verbrandt, om de beenderen uit het huis uit te brengen, en zal zeggen tot dien die binnen de zijden van het huis is: Zijn er nog meer bij u? En hij zal zeggen: Niemand. Dan zal hij zeggen: Zwijg, want zij waren niet om des HEEREN Naam te vermelden. |
11 Want zie, de HEERE geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan met inwatering, en het kleine huis met spleten. |
12 Zullen ook paarden rennen op een steenrots? Zal men ook daarop met runderen ploegen? Want gijlieden hebt het recht in gal verkeerd, en de vrucht der gerechtigheid in halsem. h Amos 5:7. |
h Amos 5:7 Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen. |
13 Gij die blijde zijt over een nietig ding; gij die zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte hoornen verkregen? |
14 Want zie, Ik zal over ulieden, o huis Israëls, een volk verwekken, spreekt de HEERE, de God der heirscharen; die zullen ulieden drukken, vanwaar men komt te Hamath, tot aan de beek der wildernis. |