Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Heiliging van den sabbat |
1 DAARNA sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden. |
3 aZes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen. a Ex. 20:9; 23:12. Deut. 5:13. Luk. 13:14. |
a Ex. 20:9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; Ex. 23:12 Zes dagen zult gij uw werken doen, maar op den zevenden dag zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste en dat de zoon uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe. Deut. 5:13 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen. Luk. 13:14 En de overste der synagoge, kwalijk nemende dat Jezus op den sabbat genezen had, antwoordde en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen in welke men moet werken; komt dan in dezelve en laat u genezen, en niet op den dag des sabbats. |
Pascha |
4 Deze zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, de heilige samenroepingen, dewelke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd. |
5 bIn de eerste maand, op den veertiende der maand, tussen twee avonden, is des HEEREN pascha. b Ex. 12:18; 23:15. Num. 28:16. Deut. 16:1. |
b Ex. 12:18 In de eerste maand, aan den veertienden dag der maand, in den avond, zult gij ongezuurde broden eten, tot den een en twintigsten dag der maand, in den avond. Ex. 23:15 Het feest van de ongezuurde broden zult gij houden; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten (gelijk Ik u geboden heb) te bestemder tijd in de maand Abib, want in dezelve zijt gij uit Egypte getogen; doch men zal niet ledig voor Mijn aangezicht verschijnen. Num. 28:16 En in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE. Deut. 16:1 NEEM waar de maand Abib, dat gij den HEERE uw God pascha houdt; want in de maand Abib heeft u de HEERE uw God uit Egypteland uitgevoerd, bij nacht. |
6 En op den vijftienden dag derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten. |
7 Op den eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. |
8 Maar gij zult zeven dagen vuuroffer den HEERE offeren; op den zevenden dag zal een heilige samenroeping wezen, geen dienstwerk zult gij doen. |
9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: |
10 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garve der eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen. |
11 En hij zal die garve voor het aangezicht des HEEREN bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen. |
12 Gij zult ook op den dag als gij die garve bewegen zult, bereiden een volkomen lam dat eenjarig is, ten brandoffer den HEERE; |
13 En zijn spijsoffer, twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een lieflijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin. |
14 En gij zult geen brood, noch geroost koren, noch groene aren eten, tot op dienzelven dag dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. |
Het pinksterfeest |
15 cDaarna zult gij u tellen van des anderen daags na den sabbat, van den dag dat gij de garve des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn. c Deut. 16:9. |
c Deut. 16:9 Zeven weken zult gij u tellen; van dat men met de sikkel begint in het staande koren, zult gij de zeven weken beginnen te tellen. |
16 Tot des anderen daags na den zevenden sabbat zult gij vijftig dagen tellen; dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren. |
17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE. |
18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankoffers, een vuuroffer tot een lieflijken reuk den HEERE. |
19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden. |
20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester. |
21 En gij zult op dienzelven dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten. |
22 dAls gij nu den oogst uws lands zult inoogsten, gij zult in uw inoogsten den hoek des velds niet ganselijk afmaaien en de opzameling van uw oogst niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de HEERE uw God. d Lev. 19:9. Deut. 24:19. |
d Lev. 19:9 Als gij ook den oogst uws lands inoogsten zult, gij zult den hoek uws velds niet ganselijk afoogsten, en wat van uw oogst op te zamelen is, niet opzamelen. Deut. 24:19 Wanneer gij uw oogst op uw akker afgeoogst en een garf op den akker vergeten zult hebben, zo zult gij niet wederkeren om die op te nemen; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe zal zij zijn; opdat u de HEERE uw God zegene in al het werk uwer handen. |
Het feest des geklanks |
23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: |
24 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: eIn de zevende maand, op den eerste der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping. e Num. 29:1. |
e Num. 29:1 DESGELIJKS in de zevende maand, op den eerste der maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het zal u een dag des geklanks zijn. |
25 Geen dienstwerk zult gij doen, maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren. |
De grote verzoendag |
26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
27 fDoch op den tiende dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den HEERE een vuuroffer offeren. f Lev. 16:29, 31. Num. 29:7. |
f Lev. 16:29 En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op den tiende der maand, uw zielen verootmoedigen en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling die in het midden van u als vreemdeling verkeert. Lev. 16:31 Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting. Num. 29:7 En op den tiende dezer zevende maand zult gij een heilige samenroeping hebben, en gij zult uw zielen verootmoedigen; geen werk zult gij doen; |
28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN uws Gods. |
29 Want alle ziel dewelke op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken. |
30 Ook alle ziel die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, diezelve ziel zal Ik uit het midden van haar volk verderven. |
31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. |
32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negende der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten. |
Het loofhuttenfeest |
33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: |
34 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: gOp den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den HEERE zijn. g Ex. 23:16. Num. 29:12. Deut. 16:15. |
g Ex. 23:16 En het feest des oogstes, der eerste vruchten van uw arbeid, die gij op het veld gezaaid zult hebben. En het feest der inzameling op den uitgang des jaars, wanneer gij uw arbeid uit het veld zult ingezameld hebben. Num. 29:12 Insgelijks op den vijftienden dag dezer zevende maand zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; maar zeven dagen zult gij den HEERE een feest vieren. Deut. 16:15 Zeven dagen zult gij den HEERE uw God feest houden in de plaats die de HEERE verkiezen zal; want de HEERE uw God zal u zegenen in al uw inkomen en in al het werk uwer handen; daarom zult gij immers vrolijk zijn. |
35 Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gij doen. |
36 Zeven dagen zult gij den HEERE vuuroffer offeren; hop den achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben en zult den HEERE vuuroffer offeren; het is een verbodsdag, gij zult geen dienstwerk doen. h Joh. 7:37. |
h Joh. 7:37 En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. |
37 Dit zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den HEERE vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankoffers, elk dagelijks op zijn dag te offeren; |
38 Behalve de sabbatten des HEEREN, en behalve uw gaven en behalve al uw geloften en behalve al uw vrijwillige offers, dewelke gij den HEERE geven zult. |
39 Doch op den vijftienden dag der zevende maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des HEEREN feest zeven dagen vieren; op den eersten dag zal er rust zijn en op den achtsten dag zal er rust zijn. |
40 En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken en meien van dichte bomen, met beekwilgen, en zult voor het aangezicht des HEEREN uws Gods zeven dagen vrolijk zijn. |
41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren. |
42 Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israël zullen in loofhutten wonen; |
43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israëls in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE uw God. |
44 Alzo heeft Mozes de gezette hoogtijden des HEEREN tot de kinderen Israëls uitgesproken. |