Statenvertaling.nl

sample header image

Hooglied 2 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Hooglied 2

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De stem mijns Liefsten
1 IK ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen.
2 Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren.
3 Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit eronder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet.
4 Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij.
5 Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde.
6 aZijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij. a Hoogl. 8:3. verwijsteksten
7 Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem, die bij de reeën of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste.
8 Dat is de stem mijns Liefsten, zie Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen.
9 Mijn Liefste is gelijk een ree of een welp der herten; zie, Hij staat achter onzen muur, kijkende uit de vensteren, blinkende uit de traliën.
10 Mijn Liefste antwoordt en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom.
11 Want zie, de winter is voorbij; de plasregen is over, hij is overgegaan.
12 De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land.
13 De vijgenboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom.
14 Mijn duive, zijnde in de kloven der steenrots, in het verborgene ener steile plaats, toon Mij uw gedaante, doe Mij uw stem horen; bwant uw stem is zoet en uw gedaante is lieflijk. b Hoogl. 5:13, 16. verwijsteksten
15 Vangt gijlieden ons de cvossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven; want onze wijngaarden hebben jonge druifjes. c Ez. 13:4. Luk. 13:32. verwijsteksten
16 Mijn Liefste is mijne, en ik ben Zijne, Die weidt onder de leliën;
17 dTotdat de dag aankomt en de schaduwen vlieden; keer om, mijn Liefste, word Gij gelijk een ree of een welp der herten, op de bergen van Bether. d Hoogl. 4:6. verwijsteksten

Einde Hooglied 2