Statenvertaling.nl

sample header image

Hooglied 1 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Hooglied 1

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De bruid en de Bruidegom
1 HET Hooglied, hetwelk van Sálomo is.
2 Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde is abeter dan wijn. a Hoogl. 4:10. verwijsteksten
3 Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw Naam is een olie die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief.
4 Trek mij, wij zullen U nalopen. De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; wij bzullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief. b 1 Petr. 1:8. verwijsteksten
5 Ik ben zwart, doch lieflijk (gij dochteren van Jeruzalem), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Sálomo.
6 Ziet mij niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon heeft beschenen; de kinderen mijner moeder waren tegen mij ontstoken, zij hebben mij gezet tot een hoedster der wijngaarden. Mijn wijngaard dien ik heb, heb ik niet gehoed.
7 Zeg cmij aan, Gij dDien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij de kudde legert in den middag; want waarom zou ik zijn als een die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen? c Deut. 12:5. d Hoogl. 3:1, 2, 3. verwijsteksten
8 Indien gij het niet weet, eo gij schoonste onder de vrouwen, zo ga uit op de voetstappen der schapen, en weid uw geiten bij de woningen der herderen. e Hoogl. 5:9; 6:1. verwijsteksten
9 fMijn vriendin, Ik vergelijk u bij de paarden in de wagens van Farao. f Hoogl. 2:2, 10, 13; 4:1, 7; 5:2; 6:4. Joh. 15:14, 15. verwijsteksten
10 gUw wangen zijn lieflijk in de spangen, uw hals in de parelsnoeren. g Ez. 16:11, 12, 13. verwijsteksten
11 Wij zullen u gouden spangen maken, met zilveren stipjes.
12 Terwijl de Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus zijn reuk.
13 Mijn Liefste is mij een bundelken mirre, dat tussen mijn borsten vernacht.
14 Mijn Liefste is mij een tros van cyprus in de wijngaarden van Engédi.
15 Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin; zie, gij zijt schoon, uw ogen zijn duivenogen.
16 hZie, Gij zijt schoon, mijn Liefste, ja, lieflijk; ook groent onze bedstede. h Hoogl. 4:1; 5:12. verwijsteksten
17 De balken onzer huizen zijn ceders, onze galerijen zijn cipressen.

Einde Hooglied 1