Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
1 DE naam is uitgelezener dan grote rijkdom, de goede gunst dan zilver en dan goud. |
2 Rijken en armen ontmoeten elkander; de HEERE heeft hen allen gemaakt. |
3 Een kloekzinnig mens ziet het kwaad en verbergt zich, maar de slechten gaan henen door en worden gestraft. |
4 Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom en eer en leven. |
5 Doornen en strikken zijn in den weg des verkeerden; die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken. |
6 Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. |
7 De rijke heerst over de armen; en die ontleent, is des leners knecht. |
8 Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen. |
9 Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den arme gegeven. |
10 Drijf den spotter uit, en de kijverij zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden. |
11 Die de reinheid des harten liefheeft, wiens lippen aangenaam zijn, diens vriend is de koning. |
12 De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap, maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. |
13 De luiaard zegt: Er is een leeuw buiten; ik mocht op het midden der straten gedood worden. |
14 De mond der vreemde vrouwen is een diepe gracht; op welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen. |
15 De dwaasheid is in het hart van den jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen. |
16 Die den arme verdrukt om het zijne te vermeerderen, en den rijke geeft, komt zekerlijk tot gebrek. |
17 Neig uw oor en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap. |
18 Want het is lieflijk als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen tezamen op uw lippen gepast worden. |
19 Opdat uw vertrouwen op den HEERE zij, maak ik u die heden bekend; gij ook maak ze bekend. |
20 Heb ik u niet heerlijke dingen geschreven van allerlei raad en wetenschap? |
21 Om u bekend te maken de zekerheid van de redenen der waarheid, opdat gij redenen der waarheid antwoorden mocht dengenen die u zenden. |
22 Beroof den arme niet, omdat hij arm is, en verbrijzel den ellendige niet in de poort. |
23 Want de HEERE zal hun twistzaak twisten, en Hij zal dengenen die hen beroven, de ziel roven. |
24 Vergezelschap u niet met een grammoedige, en ga niet om met een zeer grimmig man, |
25 Opdat gij zijn paden niet leert, en een strik over uw ziel haalt. |
26 Wees niet onder degenen die in de hand klappen, onder degenen die voor schulden borg zijn. |
27 Zo gij niet hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen? |
28 Zet de oude palen niet terug, die uw vaderen gemaakt hebben. |
29 Hebt gij een man gezien die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der koningen gesteld worden; voor het aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden. |