Statenvertaling.nl

sample header image

Exodus 31 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Exodus 31

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 DAARNA sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Zie, Ik heb met name geroepen Bezáleël, den zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda.
3 En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid en met verstand en met wetenschap, namelijk in alle handwerk,
4 Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud en in zilver en in koper,
5 En in kunstige steensnijding om in te zetten en in kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk.
6 En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Ahóliab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan; en in het hart van een iegelijk die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb.
7 Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent,
8 En de tafel met haar gereedschap, en den louteren kandelaar met al zijn gereedschap, en het reukaltaar,
9 Ook des brandoffers altaar met al zijn gereedschap, en het wasvat met zijn voet,
10 En de ambtsklederen, en de heilige klederen van den priester Aäron en de klederen van zijn zonen om het priesterambt te bedienen,
11 Ook de zalfolie en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken.
12 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
13 Gij nu, spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Gij zult evenwel Mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden bij uw geslachten; opdat men wete dat Ik de HEERE ben, Die u heiligt.
14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is; wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want eenieder die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.
15 Zes dagen zal men het werk doen, doch aan den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN; wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
16 Dat dan de kinderen Israëls den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten tot een eeuwig verbond.
17 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE in zes dagen den hemel en de aarde gemaakt en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.
18 En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinaï te spreken geëindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.

Einde Exodus 31