Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Gebed van een ellendige om hulp |
1 EEN gebed van David. HEERE, neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig. |
2 Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunstgenoot; o Gij, mijn God, verlos Uw knecht, die op U betrouwt. |
3 Zijt mij genadig, HEERE, want ik roep tot U den gansen dag. |
4 Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, Heere, verhef ik mijn ziel. |
5 Want Gij, HEERE, zijt goed en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen die U aanroepen. |
6 HEERE, neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen. |
7 aIn den dag mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort mij. a Ps. 50:15.  |
a Ps. 50:15 En roep Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren. |
8 Onder de goden is niemand U gelijk, Heere, en ber zijn geen gelijk Uw werken. b Deut. 3:24. Ps. 136:4.  |
b Deut. 3:24 Heere HEERE, Gij hebt begonnen Uw knecht te tonen Uw grootheid en Uw sterke hand; want wat god is er in den hemel en op de aarde, die doen kan naar Uw werken en naar Uw mogendheden. Ps. 136:4 Dien Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
9 Al de heidenen, Heere, die Gij gemaakt hebt, zullen komen en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren. |
10 Want Gij zijt groot en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God. |
11 cLeer mij, HEERE, Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams. c Ps. 25:4; 27:11; 119:33.  |
c Ps. 25:4 Daleth. HEERE, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. Ps. 27:11 HEERE, leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil. Ps. 119:33 HEERE, leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe. |
12 Heere mijn God, ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; |
13 Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt. |
14 O God, dde hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen. d Ps. 54:5.  |
d Ps. 54:5 Want vreemden staan tegen mij op en tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela. |
15 Maar Gij, Heere, ezijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en groot van goedertierenheid en waarheid. e Ex. 34:6. Num. 14:18. Neh. 9:17. Ps. 103:8; 145:8. Joël 2:13.  |
e Ex. 34:6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE HEERE, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid; Num. 14:18 De HEERE is lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en in het vierde lid. Neh. 9:17 En zij hebben geweigerd te horen en niet gedacht aan Uw wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten. Ps. 103:8 Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Ps. 145:8 Cheth. Genadig en barmhartig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Joël 2:13 En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. |
16 Wend U tot mij en zijt mij genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer dienstmaagd. |
17 Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn haters zien en beschaamd worden, als Gij, HEERE, mij geholpen en mij getroost zult hebben. |