Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 149 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 149

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Een vermaning tot dankzegging vanwege Zijn goedgunstigheid tot Zijn gemeente, en haar overwinning, die zij door Zijn kracht en genade verworven heeft.
 
Oproep tot dankzegging
1 HALLELUJAH. 1Zingt den HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij 2in de gemeente 3Zijner gunstgenoten.
1 Zie Ps. 33, de aant. op vers 3. verwijsteksten
2 Dat is, in Gods kerk, welke is een verzameling der uitverkorenen.
3 Dat is hier en ook vers 5 ingevoegd uit vers 9. verwijsteksten
 
2 Dat Israël zich verblijde 4in aDengene Die hem gemaakt heeft; dat de kinderen Sions zich verheugen 5over hun Koning.
4 Hebr. in zijn Makers. Zie Gen. 1:26; 20 op vers 13. Job 35:10. Pred. 12:1. Jes. 54:5. God heeft Israël niet alleen geschapen, maar ook tot Zijn volk uitverkoren. verwijsteksten
a Ps. 100:3. verwijsteksten
5 Of: vanwege hun Koning, te weten Christus, als Hoogl. 1:4. Matth. 21:5, Wiens voorbeeld David geweest is. verwijsteksten
 
3 bDat zij Zijn Naam loven 6op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp.
b Ps. 81:3, 4. verwijsteksten
6 Anders: in reien, als Ps. 30:12; 150:4. Jer. 31:4, 13. verwijsteksten
 
4 Want de HEERE heeft een welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen 7versieren met heil.
7 Dat is, Hij maakt hen heerlijk, nadat Hij hen heeft gered en verhoogd. Ja, Hij zal hen brengen tot de genieting der eeuwige vreugd en zaligheid.
 
5 Dat Zijn gunstgenoten van vreugde opspringen om 8die eer; dat zij juichen 9op hun legers.
8 Die God hun aandoet. Zie het voorgaande vers.
9 Op dewelke zij zacht liggen en rusten, dewijl God de Heere hen bewaart. Zie Ps. 3:6. De zin is: Zij zullen den Heere loven bij dag en bij nacht, zelfs als zij op hun bedden liggen. verwijsteksten
 
6 10De verheffingen Godes 11zullen in hun keel zijn, en c12een tweesnijdend zwaard in hun hand;
10 Dat is, de lofzangen waarmede zij de heerlijke werken Gods verheffen zullen. Anders: De opheffingen, te weten der stem, dat is, de predicatiën van het Goddelijk Woord.
11 Dat is, zullen overluid uitgesproken of uitgeroepen worden, als Jes. 58:1. verwijsteksten
c 2 Thess. 2:8. Hebr. 4:12. Openb. 1:16. verwijsteksten
12 Hebr. het zwaard der monden, dat is, met twee monden of scherpten, gelijk Richt. 3:16. Zie de aant. aldaar. Dit tweesnijdend zwaard is Gods Woord, en het komt uit den mond van Christus, en met dit zwaard overwinnen de gelovigen den duivel, de wereld en de geweldigen dezer wereld, 2 Kor. 10:4. Ef. 6:17. Hebr. 4:12. Openb. 1:16. verwijsteksten
 
7 Om 13wraak te doen over de heidenen, en 14bestraffingen over de volken;
13 Te weten met woorden, als Joh. 16:8, enz. verwijsteksten
14 Dit geschiedt met te prediken tegen de afgoderij en goddeloosheid der heidenen en der ongelovigen, als Hand. 14:15; 17:16, 17, 22, enz. Vgl. dit met Jes. 41:15. 2 Kor. 10:4, 5. verwijsteksten
 
8 Om hun koningen 15dte binden met ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien;
15 Te weten door strafpredicatiën en met inbinding hunner zonden, hen alzo brengende onder het juk en de onderdanigheid van het Heilig Evangelie. Zie Ps. 2:3. Jes. 45:14. Mark. 6:20. Hand. 24:26. Openb. 21:24. verwijsteksten
d Matth. 18:18. verwijsteksten
 
9 Om 16het beschreven recht over hen te doen. eDit zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten zijn. Hallelujah.
16 Dat is, om hen vrij te spreken van hun afgoderij en andere zonden, indien zij zich oprechtelijk bekeren; maar indien zij in hun goddeloosheid blijven steken, hun den dood en de eeuwige verdoemenis te verkondigen, naar inhoud van het Woord Gods, in de boeken der Heilige Schrift geopenbaard.
e Deut. 4:6. verwijsteksten

Einde Psalm 149