Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Een vermaning aan alle mensen om God te loven, Die de ellendigen en ootmoedigen altijd bijstaat. |
De HEERE verhoogt den geringe |
1 HALLELUJAH. Looft, gij knechten des HEEREN, looft den Naam des HEEREN. | | |
2 aDe Naam des HEEREN zij 1geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid. | | a Dan. 2:20. Dan. 2:20 Daniël antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid, want Zijne is de wijsheid en de kracht. |
1 Hebr. gezegend. |
3 bVan 2den opgang der zon af 2tot haar nedergang zij de Naam des HEEREN geloofd. | | b Mal. 1:11. Mal. 1:11 Maar van den opgang der zon tot haar ondergang zal Mijn Naam groot zijn onder de heidenen; en aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht worden, en een rein spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn onder de heidenen, zegt de HEERE der heirscharen. |
2 . 2 Dat is, door de ganse wereld. |
4 De HEERE is hoog boven alle heidenen, 3boven de hemelen is Zijn heerlijkheid. | | 3 Dat is, zij strekt zich wijder uit dan de hemel en de aarde doet. |
5 Wie is gelijk de HEERE onze God? 4Die zeer hoog woont, | | 4 Hebr. Die Zichzelven verheft met wonen. |
6 5Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde; | | 5 Hebr. Die Zich vernedert om te zien. Alsof hij zeide: Hoewel Hij zo groot is en zo hoog gezeten, zo verwaardigt Hij Zich nochtans wel Zijn oog te slaan op al Zijn schepselen, en die te regeren door Zijn voorzienigheid. |
7 cDie den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige 6uit den drek verhoogt; | | c 1 Sam. 2:8. Ps. 107:41. 1 Sam. 2:8 Hij verheft den geringe uit het stof, en den nooddruftige verhoogt Hij uit den drek, om te doen zitten bij de vorsten, dat Hij hen den stoel der ere doe beërven; want de grondvesten des aardrijks zijn des HEEREN, en Hij heeft de wereld daarop gezet. Ps. 107:41 Maar Hij brengt den nooddruftige uit de verdrukking in een hoog vertrek, en maakt de huisgezinnen als kudden. |
6 Of: uit den mesthoop, dat is, van een kleinen en nederigen staat, als 1 Kon. 16:2. Uit den drek verheffen betekent hetzelfde, zo hier, als 1 Sam. 2:8. Klgld. 4:5. Zie ook Ps. 22 de aant. op vers 30. 1 Kon. 16:2 Daarom dat Ik u uit het stof verheven en u tot een voorganger over Mijn volk Israël gesteld heb, en gij gewandeld hebt in den weg van Jeróbeam en Mijn volk Israël hebt doen zondigen, Mij tot toorn verwekkende door hun zonden, 1 Sam. 2:8 Hij verheft den geringe uit het stof, en den nooddruftige verhoogt Hij uit den drek, om te doen zitten bij de vorsten, dat Hij hen den stoel der ere doe beërven; want de grondvesten des aardrijks zijn des HEEREN, en Hij heeft de wereld daarop gezet. Klgld. 4:5 He. Die lekkernijen aten, versmachten nu op de straten; die in karmozijn opgetrokken zijn, die omhelzen den drek. Ps. 22:30 (kt.) Alle vetten op aarde zullen eten en aanbidden; allen die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken, en die zijn ziel bij het leven niet kan houden. |
8 Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks. | | |
9 7Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, 8een blijde moeder van kinderen. Hallelujah. | | 7 Dat is, Die de onvruchtbare vrouw een huisgezin geeft, daar zij tevoren in het geheel geen gezin had. |
8 Te weten zich verblijdende doordien Hij haar kinderen verleent. Zie Ps. 68:7. Ps. 68:7 Een God Die de eenzamen zet in een huisgezin, voert uit die in boeien gevangen zijn; maar de afvalligen wonen in het dorre. |