Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
1 LOOFT den HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
2 Dat zulks de bevrijden des HEEREN zeggen, die Hij van de hand der wederpartijders bevrijd heeft, |
3 En die Hij uit de landen verzameld heeft, van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee. |
4 Die in de woestijn dwaalden, in een weg der wildernis, die geen stad ter woning vonden; |
5 Zij waren hongerig, ook dorstig; hun ziel was in hen overstelpt. |
6 Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid die zij hadden, heeft Hij hen gered uit hun angsten; |
7 En Hij leidde hen op een rechten weg, om te gaan tot een stad ter woning. |
8 Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen; |
9 Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, en de hongerige ziel met goed vervuld. |
10 Die in duisternis en de schaduw des doods zaten, gebonden met verdrukking en ijzer; |
11 Omdat zij wederspannig waren geweest tegen Gods geboden, en den raad des Allerhoogsten onwaardiglijk verworpen hadden; |
12 Waarom Hij hun het hart door zwarigheid vernederd heeft; zij zijn gestruikeld, en er was geen helper. |
13 Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten. |
14 Hij voerde hen uit de duisternis en de schaduw des doods, en Hij brak hun banden. |
15 Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen; |
16 Want Hij heeft de koperen deuren gebroken, en de ijzeren grendelen
in stukken gehouwen. |
17 De zotten worden om den weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd. |
18 Hun ziel gruwelde van alle spijze, en zij waren tot aan de poorten des doods gekomen. |
19 Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten. |
20 Hij zond Zijn woord uit en heelde hen, en rukte hen uit hun kuilen. |
21 Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen; |
22 En dat zij lofoffers offeren, en met gejuich Zijn werken vertellen. |
23 Die met schepen ter zee afvaren, handel doende op grote wateren, |
24 Die zien de werken des HEEREN, en Zijn wonderwerken in de diepte. |
25 Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoogverheft. |
26 Zij rijzen op naar den hemel, zij dalen neder tot in de afgronden; hun ziel versmelt van angst. |
27 Zij dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden. |
28 Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid die zij hadden, zo voerde Hij hen uit hun angsten. |
29 Hij doet den storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen. |
30 Dan zijn zij verblijd, omdat zij gestild zijn, en dat Hij hen tot de haven hunner begeerte geleid heeft. |
31 Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen, |
32 En Hem verhogen in de gemeente des volks, en in het gestoelte der oudsten Hem roemen. |
33 Hij stelt de rivieren tot een woestijn, en watertochten tot een dorstig land; |
34 Het vruchtbare land tot zouten grond, om de boosheid dergenen die daarin wonen. |
35 Hij stelt de woestijn tot een waterpoel, en het dorre land tot watertochten. |
36 En Hij doet de hongerigen aldaar wonen, en zij stichten een stad ter woning; |
37 En bezaaien akkers en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen. |
38 En Hij zegent hen, zodat zij zeer vermenigvuldigen, en hun vee vermindert Hij niet. |
39 Daarna verminderen zij en komen ten onder, door verdrukking, kwaad en droefenis. |
40 Hij stort verachting uit over de prinsen, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is. |
41 Maar Hij brengt den nooddruftige uit de verdrukking in een hoog vertrek, en maakt de huisgezinnen als kudden. |
42 De oprechten zien het en zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond. |
43 Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat zij verstandiglijk letten op de goedertierenheden des HEEREN. |