Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Loflied voor Gods menigvuldige genade |
1 EEN psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. |
2 Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; |
3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw krankheden geneest; |
4 Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; |
5 Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends. |
6 De HEERE doet gerechtigheid en gerichten al dengenen die onderdrukt worden. |
7 Hij heeft Mozes Zijn wegen bekendgemaakt, den kinderen Israëls Zijn daden. |
8 aBarmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. a Ex. 34:6. Num. 14:18. Deut. 5:10. Neh. 9:17. Ps. 86:15; 145:8. Jer. 32:18. |
a Ex. 34:6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE HEERE, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid; Num. 14:18 De HEERE is lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en in het vierde lid. Deut. 5:10 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden. Neh. 9:17 En zij hebben geweigerd te horen en niet gedacht aan Uw wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten. Ps. 86:15 Maar Gij, Heere, zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en groot van goedertierenheid en waarheid. Ps. 145:8 Cheth. Genadig en barmhartig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Jer. 32:18 Gij, Die goedertierenheid doet aan duizenden, en de ongerechtigheid der vaderen vergeldt in den schoot hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige God, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; |
9 bHij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden. b Jes. 57:16. Jer. 3:5. |
b Jes. 57:16 Want Ik zal niet eeuwiglijk twisten en Ik zal niet geduriglijk verbolgen zijn; want de geest zou van voor Mijn aangezicht overstelpt worden, en de zielen die Ik gemaakt heb. Jer. 3:5 Zal Hij in eeuwigheid den toorn
behouden? Zal Hij dien gestadiglijk bewaren? Zie, gij spreekt en doet die boosheden, en neemt de overhand. |
10 Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. |
11 Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen die Hem vrezen. |
12 Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. |
13 Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen. |
14 Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn. |
15 De cdagen des mensen zijn als het gras; dgelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. c Ps. 90:5. d Job 14:1, 2. Ps. 90:5, 6. Jak. 1:10, 11. 1 Petr. 1:24. |
c Ps. 90:5 Gij overstroomt hen, zij zijn gelijk een slaap; in den morgenstond zijn zij gelijk het gras dat verandert; d Job 14:1 DE mens, van een vrouw geboren, is kort van dagen en zat van onrust. Job 14:2 Hij komt voort als een bloem en wordt afgesneden; ook vlucht hij als een schaduw en bestaat niet. Ps. 90:5 Gij overstroomt hen, zij zijn gelijk een slaap; in den morgenstond zijn zij gelijk het gras dat verandert; Ps. 90:6 In den morgenstond bloeit het en het verandert; des avonds wordt het afgesneden en het verdort. Jak. 1:10 En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan. Jak. 1:11 Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken. 1 Petr. 1:24 Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen; |
16 Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer. |
17 Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; |
18 Aan edegenen die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen. e Deut. 7:9. |
e Deut. 7:9 Gij zult dan weten, dat de HEERE uw God die God is, die getrouwe God, Dewelke het verbond en de weldadigheid houdt dien die Hem liefhebben en Zijn geboden houden, tot in duizend geslachten. |
19 De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles. |
20 Looft den HEERE, Zijn engelen, gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords. |
21 Looft den HEERE, fal Zijn heirscharen, gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet. f Gen. 32:2. 1 Kon. 22:19. Ef. 3:10. Kol. 1:16. |
f Gen. 32:2 En Jakob zeide, met dat hij hen zag: Dit is een heirleger Gods. En hij noemde den naam derzelver plaats Mahanáïm. 1 Kon. 22:19 Verder zeide hij: Daarom, hoor het woord des HEEREN: Ik zag den HEERE zittende op Zijn troon, en al het hemelse heir staande nevens Hem tot Zijn rechter- en tot Zijn linkerhand. Ef. 3:10 Opdat nu door de gemeente bekendgemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods; Kol. 1:16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; |
22 Looft den HEERE, al Zijn werken, aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof den HEERE, mijn ziel. |