Statenvertaling.nl

sample header image

2 Kronieken 3 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

2 Kronieken 3

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Sálomo bouwt den tempel
1 EN Sálomo begon het huis des HEEREN te bouwen te Jeruzalem op den berg Moría, die azijn vader David gewezen was, in de plaats die David toebereid had op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet. a 1 Kron. 21:24, 26. verwijsteksten
2 Hij bbegon nu te bouwen in de tweede maand, op den tweeden dag, in het vierde jaar zijns koninkrijks. b 1 Kon. 6:1. verwijsteksten
3 En deze zijn de grondleggingen van Sálomo om het huis Gods te bouwen: de lengte in ellen naar de eerste maat was zestig ellen, en de breedte twintig ellen.
4 En het voorhuis hetwelk vooraan was, was in de lengte, naar de breedte van het huis, twintig ellen en de hoogte honderd en twintig; hetwelk hij vanbinnen overtrok met louter goud.
5 Het grote huis nu overdekte hij met dennenhout, daarna overtoog hij dat met goed goud; en hij maakte daarop palmen en ketenwerk.
6 Hij overtoog ook het huis met kostelijke stenen tot versiering; het goud nu was goud van Parváïm.
7 Daartoe overdekte hij aan het huis de balken, de posten, en de wanden daarvan, en de deuren daarvan met goud; en hij graveerde cherubs aan de wanden.
8 Verder maakte hij het huis van het heilige der heiligen, welks lengte, naar de breedte van het huis, was twintig ellen, en de breedte daarvan twintig ellen; en hij overtoog dat met goed goud, tot zeshonderd talenten.
9 En het gewicht der nagelen was tot vijftig sikkelen goud; en hij overtoog de opperzalen met goud.
10 Ook maakte hij in het huis van het heilige der heiligen twee cherubs van uittrekkend werk, en hij overtoog die met goud.
11 Aangaande de vleugelen der cherubs, hun lengte was twintig ellen; des enen vleugel was van vijf ellen, rakende aan den wand van het huis, en de andere vleugel van vijf ellen, rakende aan den vleugel des anderen cherubs.
12 Insgelijks was de vleugel des anderen cherubs van vijf ellen, rakende aan den wand van het huis; en de andere vleugel was van vijf ellen, klevende aan den vleugel des anderen cherubs.
13 De vleugelen dezer cherubs spreidden zich uit twintig ellen; en zij stonden op hun voeten en hun aangezichten waren huiswaarts.
14 Hij maakte ook cden voorhang van hemelsblauw en purper en karmozijn en fijn linnen; en hij maakte cherubs daarop. c Matth. 27:51. verwijsteksten
15 Nog maakte hij vóór het huis dtwee pilaren van vijf en dertig ellen in lengte; en het kapiteel dat op derzelver hoofd was, was van vijf ellen. d 1 Kon. 7:15. Jer. 52:21. verwijsteksten
16 Ook maakte hij ketenen als in de aanspraakplaats, en hij zette ze op de hoofden der pilaren; daartoe maakte hij honderd granaatappelen en zette ze tussen de ketenen.
17 En hij richtte de pilaren op vóór aan den tempel, een ter rechterhand en een ter linkerhand; en hij noemde den naam van den rechter Jachin en den naam van den linker Boaz.

Einde 2 Kronieken 3