Statenvertaling.nl

sample header image

2 Kronieken 17 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

2 Kronieken 17

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De reformatie onder Jósafat
1 ENa zijn zoon Jósafat werd koning in zijn plaats; en hij sterkte zich tegen Israël. a 1 Kon. 15:24. verwijsteksten
2 En hij legde krijgsvolk in alle vaste steden van Juda, en legde bezettingen in het land van Juda en bin de steden van Efraïm die zijn vader Asa ingenomen had. b 2 Kron. 15:8. verwijsteksten
3 En de HEERE was met Jósafat; want hij wandelde in de vorige wegen van zijn vader David en zocht de Baäls niet.
4 Maar hij zocht den God zijns vaders en wandelde in Zijn geboden, en niet naar het doen van Israël.
5 En de HEERE bevestigde het koninkrijk in zijn hand, en gans Juda gaf Jósafat geschenken; en hij had rijkdom en eer in menigte.
6 En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg.
7 In het derde jaar nu zijner regering zond hij tot zijn vorsten, tot Benchaïl en tot Obadja en tot Zechárja en tot Netháneël en tot Michája, opdat men zou leren in de steden van Juda.
8 En met hen de Levieten Semája en Nethánja en Zebádja en Asaël en Semíramoth en Jónathan en Adónia en Tobía en Tôb-Adónia, de Levieten, en met hen de priesters Elisáma en Joram.
9 En zij leerden in Juda, en het wetboek des HEEREN was bij hen; en zij gingen rondom in alle steden van Juda en leerden onder het volk.
10 En een verschrikking des HEEREN werd over alle koninkrijken der landen die rondom Juda waren, dat zij niet krijgden tegen Jósafat.
11 En van de Filistijnen brachten zij Jósafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren kleinvee, zevenduizend en zevenhonderd rammen, en zevenduizend en zevenhonderd bokken.
12 Alzo nam Jósafat toe en werd ten hoogste groot; daartoe bouwde hij in Juda burchten en schatsteden.
13 En hij had veel werk in de steden van Juda, en krijgslieden, kloeke helden, in Jeruzalem.
14 Dit nu is hun telling naar de huizen hunner vaderen. In Juda waren oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderdduizend kloeke helden.
15 Naast hem nu was de overste Jóhanan; en met hem waren tweehonderd en tachtig duizend.
16 En naast hem was Amásia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had; en met hem waren tweehonderdduizend kloeke helden.
17 En uit Benjamin was Eljáda, een kloek held; en met hem tweehonderdduizend die met boog en schild gewapend waren.
18 En naast hem was Józabad; en met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust.
19 Dezen waren in den dienst des konings, behalve degenen die de koning in de vaste steden door gans Juda gezet had.

Einde 2 Kronieken 17