DIT eerste boek en het naastvolgende zijn bij de Hebreeën maar één boek; doch het is van oude tijden in twee boeken gedeeld geworden, en wordt bij de Hebreeën genoemd De woorden der dagen, bij de Grieken Paraleipomena, en bij ons De boeken der Kronieken. De woorden der dagen, dat is, der tijden, dat is, zulks als er van tijd tot tijd in de kerke Gods, in de landen en steden Israëls, gedenkwaardigs gepasseerd is. De Grieken noemen deze boeken Paraleipomena, dat is, voorbijgegane of nagelaten dingen, omdat in dezelve verhaald worden verscheidene dingen die in de voorgaande boeken der Heilige Schrift, om redenen, voorbijgegaan of nagelaten zijnde, nochtans wel waardig zijn beschreven en aan de gemeente Gods medegedeeld te worden. Wij noemen ze De boeken der Kronieken, gelijk ook dezelve bij de Latijnen en andere natiën genoemd worden, dat is, Beschrijvingen der tijden, omdat in dezelve kortelijk verhaald worden verscheidene gedenkwaardige zaken, die in de oude tijden geschied zijn. Wie hetgeen dat in deze boeken staat, vergaderd of bijeengebracht heeft, weet men niet zekerlijk, maar men houdt het daarvoor, dat Ezra hetzelve geschreven en aan de gemeente Gods nagelaten heeft; daartoe gebruikende niet alleen de vijf boeken van Mozes, maar ook de boeken en nagelaten geschriften van verscheidene profeten, die vóór hem geleefd en de gedenkwaardigste geschiedenissen hunner tijden in het lange en brede bij geschrifte gesteld hebben, maar tot onze en tot onzer voorvaderen handen niet gekomen zijn. Hetgeen dat gezegd is van het vergaderen dezer bijbelse Kronieken uit de geschriften van andere profeten, blijkt daaruit dat in deze boeken elke reize aldus staat: Het overige zijner woorden, of daden, staat geschreven in het boek van Gad, van Iddo, Jesaja, enz. Wat dit eerste boek der Kronieken aangaat: in de eerste negen hoofdstukken worden beschreven de afkomsten en geslachtsregisters van vele voorvaderen, van Adam af tot op Abraham, en daarna de afkomelingen van Abraham uit Jakob, in verscheidene stammen afgedeeld, hetwelk in geen van de voorgaande boeken zo wijdlopig en volkomenlijk geschied is. Daarna wordt in dit eerste boek beschreven de regering van den koning David, en hoe hij vóór zijn dood, door het ingeven des Heiligen Geestes, alles zeer bekwamelijk, zo in de kerk, als in de staat heeft geordineerd; mitsgaders den groten voorraad, dien hij nagelaten heeft tot de opbouwing van den tempel, denwelken zijn zoon Salomo binnen Jeruzalem bouwen zou, ter ere en tot den zuiveren dienst van den alleen waren God van Israël. Zodat dit eerste boek der Kronieken, gaande van het begin der wereld tot op de regering van Salomo, is als een kort verhaal der dingen die zich hebben toegedragen, naar sommiger rekening, in den tijd van tweeduizend negenhonderd vijf en tachtig jaar. |
In dit eerste boek der Kronieken wordt ons in het kort voor ogen gesteld het begin der kerke Gods, en hoe dezelve na den zondvloed in het huis en de nakomelingen van Sem is behouden en bewaard, en voortaan in het huis en geslacht van Abraham, en met name in de nakomelingen Abrahams, van Jakob tot op David, uit wiens nakomelingen JEZUS CHRISTUS moest geboren worden, gelijk hem beloofd en toegezegd was. |